Vraag:
Twee blokken, die uit een verschillend materiaal gemaakt zijn en die met elkaar verbonden zijn met een dun touw, glijden omlaag langs een vlak dat een hoek θ maakt met de horizontale (zie figuur). De blokken hebben respectievelijk massa’s mA en mB, en de respectievelijke wrijvingsco ̈effici ̈enten zijn μA en μB. Als mA =mB =5.0kg en μA =0.20en μB =0.30, bepaal dan (a) de versnelling van de blokken en (b) de spanning in het touw als θ = 32◦.
Dat de versnelling in de blokken 3.1 meter per seconde kwadraat is kon ik vinden.
Bij b moet je de spankracht berekenen, in de oplossing is dit 2.1 newton, maar hoe kom je hieraan?
Ik dacht dat je voor de spankracht gewoon de massa maal de versnelling moest doen die net is berekend, maar dan kom je dit getal niet uit.