Je moet voor beide reizigers, A en B, het hele traject nemen tot ze elkaar weer ontmoeten. Netjes uitrekenen en dan zie je dat de klokken gelijk staan.tuander schreef: ↑do 11 jan 2024, 16:47 Omdat in de wiskunde de volgende stelling ongeldig is: A<B<A
waarbij A en B de tijden zijn (de getallen) op de klokken van waarnemer A en waarnemer B.
A is ongelijk B in de speciale relativiteitstheorie, omdat je met de Lorentzfactor moet vermenigvuldigen. De Lorentz-factor is niet 1, als v niet 0 is
ik weet niet hoor, maar wat denk je zelf als je concludeert dat een theorie die door alle grote wetenschappers is geaccepteerd al niet klopt bij alleen wat basisredenaties?
misshien even een wat beter voor te stellen situatie. 2 luidsprekers staan een km uit elkaar en geven allebij op hetzelfde moment een puls. naast elke luidspreker staat een waarnemer. beide warnemers nemen waar dat de puls van de andere luidspreker later is dan die van de luidspreker vlak bij. Wie heeft er dan gelijk? de een zegt dat B>A en de andere zegt dat A>B
Bij een symmetrisch tweelingexperiment is de situatie toch net wat anders. Onderweg bevinden de tweelingen zich inderdaad niet op dezelfde positie, en dan kan wel de situatie bestaan die jij beschrijft met de 2 luidsprekers. Essentieel bij de tweelingparadox, is het gegeven dat aan het eind van het experiment de beide gelijkwaardige tweelingen elkaar ontmoeten op dezelfde plek (N.B. en dus ook op dezelfde tijd). Jij kan dat begrijpen als dat de twee waarnemers op dezelfde plek staan en op hetzelfde moment naar de twee luidsprekers luisteren. In dat geval is er geen verschil in waarneming mogelijkHansH schreef: ↑do 11 jan 2024, 17:10misshien even een wat beter voor te stellen situatie. 2 luidsprekers staan een km uit elkaar en geven allebij op hetzelfde moment een puls. naast elke luidspreker staat een waarnemer. beide warnemers nemen waar dat de puls van de andere luidspreker later is dan die van de luidspreker vlak bij. Wie heeft er dan gelijk? de een zegt dat B>A en de andere zegt dat A>B
Dat hun klokken bij het omkeren van richting een gelijke tijd aanwijzen klopt. Dat betekent niet dat er geen tijddilatatie mogelijk is bij een reiziger gezien vanuit de andere.tuander schreef: ↑do 11 jan 2024, 18:01 De omkering (bij de grijze muur) is precies halverwege op t=50%. als de t=100%-waarde voor beide tweelingen gelijk is, dan is precies de helft van deze waarde ook voor beide tweelingen gelijk. Dus ook halverwege is er geen tijddillatatie mogelijk tussen beide waarnemers
Opmerking moderator
Je hebt het weer over een (absolute) totaaltijd. Tijd hangt van de waarnemer af.tuander schreef: ↑do 11 jan 2024, 19:26 De omkering van B bij de grijze muur, ligt voor A precies halverwege deze totaalafstand. Dan ligt de omkering van B (gezien vanuit A) toch ook precies halverwege de totaaltijd? Zeker als beide klokken op dat moment voor de waarnemers zelf, de helft van de totaaltijd aanwijzen?
Mis ik nou iets?
Opmerking moderator