Voor een placebo-gecontroleerde randomized clinical trial (RCT) wordt een totale (even) groep van N personen random in twee delen verdeeld (om selectiebias te voorkomen) en de ene groep van N/2 personen krijgt een bepaald test-geneesmiddel en de andere N/2 personen een placebo; vervolgens wordt een bepaalde uitkomst bepaald in beide groepen en vergeleken.
Ik vroeg me af hoe groot N moet zijn om de randomisatie “zinvol” te maken. Neem je bijvoorbeeld N = 4 (A, B, C, D), dan zijn er drie manieren om twee gelijke groepen te maken (AB en CD, AC en BD en AD en BC; volgorde maakt niet uit); volgens mij -corrigeer me vooral- kom je dan uit op N!/2((N/2)!)^2 manieren om twee gelijke groepen te selecteren volgens combinatoriek; in dit geval: 4!/2(2!)^2 = 3. De kans P op één specifieke verdeling van N is dan 1/(N!/2((N/2)!)^2) = 2((N/2)!)^2/N!
Ik kan me voorstellen dat je een criterium kunt opstellen waarbij randomisatie “zinvol” is als P < bepaalde afkapwaarde (e.g., P <1%) is, maar ik ben nog beetje zoekende wat handig is. Hebben jullie ideeën? Of bestaat zoiets al?