wnvl1 schreef: ↑vr 05 apr 2024, 18:24
In het deeltje 'Trajcories in the Schwarzschild metric' stelt Schutz dat als de metriek tijdsonafhankelijk is,
\(p_0\) een constante is (E). Analoog geldt dat als de metriek onafhankelijk is van
\(\phi\), dat dan
\(p_{\phi}\) constant is (L).
Later berekend hij dan
$$p^0 = g^{00}p_0=(1-2M/r)^{-1}E$$
$$p^{\phi}= g^{\phi\phi}p_{\phi} = L/r^2$$
Vraag is nu: hoe kan ik inzien dat het precies de p's met subindex zijn die constant zijn en niet met superindex.
De Euler-Lagrange vergelijkingen vertellen ons dat
$$\frac{\partial L}{\partial x^{\mu}}= \frac{dp_{\mu}}{d\tau} $$
De impuls hier is covariant (subindex), want de linkerkant is dat immers ook; je differentieert t.o.v.
\(x^{\mu}\). De impuls is op de gebruikelijke manier gedefinieerd:
$$p_{\mu} \equiv \frac{\partial L}{\partial \dot{x}^{\mu}}$$
Als L dan niet van
\(x^{\mu}\) hangt, is de bijbehorende impuls
\(p_{\mu}\) automatisch behouden. De coordinaten komen natuurlijkerwijs met een bovenindex, en de impulsen met een beneden-index. Dat
\(p^{\mu}\) niet automatisch behouden is wanneer
\(p_{\mu}\) dat wel is kun je rechtstreeks uit de kettingregel halen:
$$\frac{d p^{\mu}}{d\tau} = \frac{d}{d\tau} (g^{\mu\nu}p_{\nu}) = \frac{d}{d\tau} (g^{\mu\nu})p_{\nu} = \dot{x}^{\rho}(\partial_{\rho} g^{\mu\nu})p_{\nu}$$
Het is dus niet moeilijk om in te zien want het volgt rechtstreeks uit de algemene definitie van de EL vergelijkingen, maar als je expliciete coordinaten gaat invullen, dan wordt het inderdaad lastiger.