Lorentz- transformaties en afstanden:
Het klopt dat de Lorentz- transformaties gebruikt worden om coördinaten en afstanden tussen verschillende referentiestelsels om te rekenen. Dit is een kernconcept in de speciale relativiteitstheorie. Afstanden zoals gemeten in verschillende stelsels kunnen inderdaad verschillen door effecten zoals lengtecontractie.
Echter, de uitspraak "Deze Δx'-afstanden voor waarnemer R' moet je met een korrel zout nemen" is verwarrend en incorrect. De afstanden zijn wel degelijk 'echt', maar afhankelijk van het referentiestelsel. De lengtecontractie is een fysiek effect dat optreedt en kan gemeten worden door een waarnemer in een ander stelsel, dus het is geen kwestie van iets met een korrel zout nemen.
Constantheid van de lichtsnelheid:
De stelling "Zoals ik nu begrijp, is lichtsnelheid echter niet constant bij Lorentz" is incorrect. Een van de fundamentele principes van de speciale relativiteitstheorie, die mede gebaseerd is op de Lorentz- transformaties, is dat de lichtsnelheid in alle intertiaalstelsels constant is. Dit is onafhankelijk van de snelheid van de bron of de waarnemer.
Je haalt hier begrippen door elkaar. De Lorentztransformaties zijn juist ontwikkeld om de constantheid van de lichtsnelheid in alle intertiaalstelsels te waarborgen.
Lengtecontractie:
De lengtecontractie is correct beschreven als het fenomeen waarbij een object korter lijkt te zijn in de bewegingsrichting vanuit het perspectief van een waarnemer die ten opzichte van dat object beweegt. Dit is een reëel en meetbaar effect binnen de speciale relativiteitstheorie.
Je bent in verwarring over de noodzaak en functie van lengtecontractie. Deze is niet iets dat "extra" wordt ingevoerd om de lichtsnelheid constant te houden, maar is een gevolg van de Lorentztransformaties die de onderlinge afhankelijkheid van tijd en ruimte beschrijven. Zonder lengtecontractie en tijdsdilatatie zouden de waarnemingen van verschillende intertiaalstelsels niet consistent zijn met een constante lichtsnelheid.
Opmerking over de bewegende trein:
Je opmerking over de bewegende trein is correct, maar de redenering die eraan voorafgaat klopt niet helemaal. Ja, een bewegende trein zal in de richting van zijn beweging korter lijken voor een waarnemer die stil staat ten opzichte van het baanvak. Dit is een direct gevolg van de Lorentztransformatie en dus van de speciale relativiteitstheorie.
Jouw tekst bevat een mix van correcte observaties en ernstige misvattingen. De fundamentele principes van de speciale relativiteitstheorie, zoals de constante lichtsnelheid en de gevolgen van Lorentz- transformaties (waaronder lengtecontractie), worden niet correct weergegeven. Je probeert mogelijk complexe concepten te begrijpen, maar er zitten fouten in de uitleg die erop wijzen dat de kernprincipes niet (volledig) begrepen worden.