mbt de discussie over optimale aandrijving (hydraulische cylinder of constante kracht via koppelgestuurde motor):
je kunt het een beetje vergelijken met het elektriche domein:
Een serie resonante kring is vanaf de 2 uiteinden gezien kortgesloten. Daarom krijg je de natuurlijke resonantiefrequentie als je die aanstuurt met een spanningsbron (= impedantie=0)
een parallel resonante kring is vanaf de 2 uiteinden gezien hoogohmig. Daarom krijg je de natuurlijke resonantiefrequentie als je die 2 uiteinden aanstuurt met een stroombron (= impedantie=0)
zie bijgaand tijdsplaatje en stateplane diagram (Vc geplot tegen Ic)
Voor een schommel kunt je de vergelijking maken met dit elektrisch domein via potentiele energie en kinetische energie.
Vc=potentiele energie en Ic=kinetische energie
voor de schommel:
uitwijking= potentiele energie en snelheid=kinetische energie.
Je kunt de schommel dan zien als een parallel resonante kring.
De stroombron is dan te vergelijken met de positie van de scharnier van de schommel of een aandrijving met een constante kracht. immers als je een constante kracht aanbiedt dan gaat de schommel na slingeren uiteindelijk een beetje scheef stilhangen. (aanname: kleine uitwijking) en dat kun je compenseren door de kracht weg te halen en te vervangen door een verplaatsing van het scharnierpunt. dan zal de schommel op dezelfde plek blijven als je die 2 aandrijvingen omwisselt.
maar door een contante kracht te kiezen blijft de schommel wel slingeren. als je dat vervangt door een constante positie via een hydraulische cylinder dan zie je gelijk dat de schommel niet meer resoneert. Dat is in het elektrisch domein simpel te zien door de stroombron te vervangen door een spanningsbron.