Stel dat een voorwerp met grote snelheid in een rechte lijn op je af beweegt, dan zie je een blauw-verschuiving in het licht afkomstig van dit voorwerp. (blue-shift)
Passeert dit voorwerp je, dan verwijdert het zich vervolgens van jou. Dan zie je dan een rood-verschuiving in het licht afkomstig van dit voorwerp. (red-shift)
vraag 1: op welk moment verandert deze blauw-verschuiving in een rood-verschuiving?
Om te kunnen spreken van een rood- of blauw-verschuiving, moet je natuurlijk wel definiëren ten opzichte waarvan: Spectraallijnen van een stilstaand voorwerp, vergeleken met spectraallijnen van het bewegend voorwerp. Verder neem ik aan dat het bewegende voorwerp op enige zijwaartse afstand passeert, je kunt dus een hoek bepalen van het punt waarop de omslag van blauw naar rood plaatsvindt.
vraag 2: Ik meen dat in SRT dit punt waarop een blauwverschuiving verandert in een rood, precies in de loodrecht-richting is. In tegenstelling tot in klassieke golftheorie, waar dit omslagpunt onder een andere hoek zou optreden. klopt dit?
vraag 3: zijn hier ook experimenten mee gedaan?