watik denk dat het effect zal zijn is geen rotatie, maar een situatie waarbij de baan iets groter wordt dan in het echt omdat de aantrekking minder is dus de planeet verder weg vliegt vanwege een afgenomen potentiele energie per afstand of hij wordt groter en je komt niet meer bij het begin uit omdat beide bewerkingen heen en terug elkaar niet precies compenseren.Professor Puntje schreef: ↑wo 22 jan 2025, 23:28 Wat zou het effect zijn op de baan van Mercurius als we een dergelijke correctie met de factor \( \frac{\nu'}{\nu }\) op de aantrekkingskracht van de zon op Mercurius zouden toepassen? Wie ziet een eenvoudige manier om dat in te schatten?
misschien kun jij dan alvast wat rekenwerk voor mij voorbereiden zodat ik het resultaat zo kan verwerken in de sheet.Professor Puntje schreef: ↑do 23 jan 2025, 10:26 Dank voor de simulatie! Dat je na een omloop niet meer op het startpunt terugkeert is precies wat je moet hebben voor een rotatie van het perihelium. Als je de simulatie nog een paar omlopen extra laat doen kunnen we zien of er wel of niet rotatie optreedt.
je moet denk ik wel op de zelfde afstand uitkomen op het iets geroteerde perihelium, immers die afstand blijft hetzelfdealleen roteert die vector om de zon (of punt vlakbij de zon misschien)Professor Puntje schreef: ↑do 23 jan 2025, 10:26 Dat je na een omloop niet meer op het startpunt terugkeert is precies wat je moet hebben voor een rotatie van het perihelium. Als je de simulatie nog een paar omlopen extra laat doen kunnen we zien of er wel of niet rotatie optreedt.
Professor Puntje schreef: ↑wo 22 jan 2025, 10:46 Nieuwe poging: neem naast de eindige snelheid van de gravitatie c ook aan dat gravitatie berust op een extreem hoogfrequente (met frequentie \( \nu \) en trillingstijd \( \tau = \frac{1}{\nu} \) ) vertraagde uitdeling van krachtstootjes. Het verhaal wordt dan aldus:
Op tijdstip \( t_0 = n \tau \) vertrekt met snelheid c in alle richtingen vanaf een object A de n-de "informatiebel" \( \alpha_n \) die de massa \( \mathrm{m}_a \) van A en bovendien de vanaf \( t_0 \) door een punt op het oppervlak van de bel afgelegde afstand \( r_a(t) \) bevat. Stel nu dat de bel \( \alpha_n \) op het tijdstip \( t_1 \) een object B met massa \( \mathrm{m}_b \) bereikt. Dan is \( r_a = r_a(t_1) \) de afstand tussen de positie van A op \( t_0 \) en de positie van B op \( t_1 \), en is \( \vec{e}_{ba}(t_1) \) de eenheidsvector die van de positie van B op \( t_1 \) naar de positie van A op \( t_0 \) wijst. Informatie over waar A zich nu inmiddels op tijdstip \( t_1 \) bevindt heeft bel \( \alpha_n \) niet te bieden. Voor een semi-klassieke vertraagde gravitatie bestaande uit discrete krachtstootjes is het daarom logisch aan te nemen dat B op tijdstip \( t_1 \) gedurende een miniem tijdje \( \tau \) een loodrecht op het oppervlak van bol \( \alpha_n \) staand binnenwaarts gericht krachtstootje \( \vec{F}_b \cdot \tau \) ondervindt met:
\( \vec{F}_b = \mathrm{G} \frac{ m_a m_b }{ (r_a(t_1))^2 } \cdot \vec{e}_{ba}(t_1) \)
In deze opzet krijg je door het Doppler effect een vervorming van de ellips die met wat geluk leidt tot een rotatie van het perihelium.
Professor Puntje schreef: ↑wo 22 jan 2025, 22:28 De frequentie waarmee de informatiebellen met een snelheid c door de (bij benadering) stilstaande zon worden uitgezonden noemen we \( \nu \) en de "trillingtijd" \( \tau = \frac{1}{\nu}\). Voor de "golflengte" komt er dan \( \lambda = \mathrm{c} \cdot \tau \). Mercurius ziet dus een eindeloze reeks informatiebellen met een onderlinge (loodrecht op de boloppervlakken gemeten) afstand \( \lambda \) op zich afkomen. Als Mercurius stil zou staan dan zouden de informatiebellen (en daarmee de krachtstootjes) met een frequentie \( \nu \) op Mercurius worden overgebracht. Maar als Mercurius met een snelheid(component) \( v_z \) richting zon beweegt zal de frequentie van de ontvangen krachtstootjes hoger liggen. Laat nu Mercurius met een snelheid(component) \( v_z \) richting zon bewegen dan komen de informatiebellen met een relatieve snelheid \( \mathrm{c} + v_z \) op Mercurius af, want we rekenen hier niet relativistisch (\( v_z \ll \mathrm{c} \)). In een tijdje \( \mathrm{d}t \) ontvangt Mercurius dan \( \mathrm{d} N' \) krachtstootjes met:
\( \mathrm{d} N' = \frac{ (\mathrm{c} + v_z) \cdot \mathrm{d}t }{ \lambda} \)
De frequentie \( \nu' \) waarmee Mercurius die krachtstootjes dan ontvangt is:
\( \nu' = \frac{\mathrm{d} N' }{ \mathrm{d}t } \)
\( \nu' = \frac{ \mathrm{c} + v_z}{ \lambda} \)
\( \nu' = \frac{ \mathrm{c} + v_z}{ \mathrm{c} \cdot \tau } \)
\( \nu' = \frac{ \mathrm{c} + v_z}{ \mathrm{c} } \cdot \frac{1}{ \tau } \)
\( \nu' = ( 1 + \frac{v_z}{\mathrm{c}}) \cdot \nu \)
En dus:
\( \frac{\nu'}{\nu} = 1 + \frac{v_z}{\mathrm{c}} \)
Deze factor \( \frac{\nu'}{\nu} \) geeft aan hoe de door Mercurius ondervonden zwaartekracht van de zon binnen het model met de krachtstootjes gemodificeerd moet worden.
klopt dus als jij daar alvast wat voor kunt voorbereiden dan kan ik het zo uitproberen.Professor Puntje schreef: ↑do 23 jan 2025, 12:39 IOf deze simpele correctie een rotatie van het perihelium oplevert is nu de grote vraag...
Een centrale kracht alleen is geen garantie voor behoud van impulsmoment.Professor Puntje schreef: ↑do 23 jan 2025, 11:53 Merk op dat in dit model met zijn informatiebellen en stilstaande zon de kracht op Mercurius \( \vec{F} \) steeds naar de zon blijft wijzen. Dus geldt ook behoud van impulsmoment.
Wat moet er dan nog meer gelden?Xilvo schreef: ↑do 23 jan 2025, 14:35Een centrale kracht alleen is geen garantie voor behoud van impulsmoment.Professor Puntje schreef: ↑do 23 jan 2025, 11:53 Merk op dat in dit model met zijn informatiebellen en stilstaande zon de kracht op Mercurius \( \vec{F} \) steeds naar de zon blijft wijzen. Dus geldt ook behoud van impulsmoment.
Bijvoorbeeld constante energie van de planeet, kinetisch plus potentieel.