Omdat deze column van Kees Lunshof een aantal onderwerpen van diverse topics alhier behelst, lijkt het me interessant om deze hier te posten. Maar omdat het dus verscheidene topics betreft, maak ik er hier maar een apart topic van. Mochten de moderators er anders over denken en het liever bij een van de betreffende topics plaatsen, vind ik dat ook goed.
Vrije meningsuiting heeft haar grenzen
In veel landen is het een ongeschreven regel dat de oppositie zich in het buitenland inhoudt bij het bekritiseren van de eigen regering. Voor leden van een regeringscoalitie geldt dat helemaal. Daarom is het zo onbegrijpelijk en ook onheus van Ayaan Hirsi Ali om een boekpublicatie in Berlijn te misbruiken voor een onverhoedse aanval op ook haar premier, Balkenende.
Ze vond de aanpak van de Nederlandse regering in de cartoonaffaire te slap. Waarom meldde ze niet, maar waarschijnlijk omdat volgens de premier het recht op vrije meningsuiting niet absoluut is en dat daarbij respect voor de ander geboden is.
De Deense premier Rasmussen had volgens haar meer lef getoond.
Maar die had in de cartoonaffaire net als zijn Nederlandse collega naast de vrijheid van meningsuiting ook het daarbij behorende respect jegens anderen benadrukt. Balkenende stond dan ook vierkant achter zijn Deense collega, wat Ayaan Hirsi Ali evenmin meldde.
Tijdens het vragenuurtje vorige week dinsdag hield ze in de Kamer nog elke kritiek op de premier voor zich. Ze lichtte haar fractievoorzitter Van Aartsen vooraf ook niet in over haar Berlijnse opmerkingen. Die deed daar na afloop echter publiekelijk niets mee. Waarom die toch telkens Balkenende moet afvallen is ook voor VVD-ministers een raadsel.
Balkenende en de vele anderen die hetzelfde beweren, hebben echter het gelijk aan hun zijde als zij stellen dat de vrijheid van meningsuiting geen absoluut recht is, hoe wezenlijk dat recht voor een democratie ook is.
Het wordt om te beginnen al door de wet begrensd: beledigen, aanzetten tot haat of discrimineren is verboden.
Hoffelijkheid
Maar er is ook een morele begrenzing aan die vrijheid tot meningsuiting. Die vrijheid geeft geen recht tot kwetsen. Hoffelijkheid, respect en fatsoen tegenover anderen en diens gevoelens behoren bij het gebruikmaken van die vrijheid in acht te worden genomen. De ander heeft daar recht op. Er is niets op tegen om dat te benadrukken.
Om die reden worden afbeeldingen van God of Jezus in de trant van de Deense cartoons ook hier afgewezen, evenals antisemitische cartoons in Arabische landen. Toen in de VS een journalist werd ontslagen omdat hij grappen maakte over de op sterven liggende paus, had niemand het over zijn recht op vrijheid van meningsuiting. Het was gewoon onsmakelijk.
Als bij de uitoefening van het recht van vrije meningsuiting geen rekening wordt gehouden met anderen, waaronder ook moslims, dan wordt het een chaos. Daar ging de discussie over normen en waarden ook over. Met het toegeven aan boze moslims of het opleggen van zelfcensuur zoals Ayaan Hirsi Ali suggereert, heeft dat niets van doen.
Voor haar telt dat allemaal niet. Zij voert oorlog tegen dé islam, en dan is alles geoorloofd. Wie vraagtekens zet bij de cartoons of wijst op de noodzaak van wederzijds respect zonder overigens alle ophef daarover in de moslimlanden ook maar een moment goed te keuren, krijgt van Hirsi Ali over zich heen zich te verschuilen achter zijn middelmatige verstand.
Met dit soort aantijgingen begeeft het Kamerlid zich op een bedenkelijk laag niveau waar de VVD zich van zou moeten distantiëren. Zij eist haar gelijk op en legt iedereen de keuze op haar te steunen of onderwerping aan de islam, een hoogmoedige opstelling die het recht op vrije meningsuiting voor andersdenkenden die ze wil verdedigen, juist geweld aan doet.
Ze gedraagt zich daarmee net als de demonstrerende moslims. Die willen ook anderen hun geloof en mening opleggen en eisen hun vrijheid van godsdienst alleen voor zichzelf op. Andere geloven zien ze als tweederangsovertuigingen.
Het Kamerlid doet er beter aan zich bij haar strijd te beperken tot wie de echte tegenstanders zijn, gevaarlijke moslimideologen en zwevende moslimjongeren die zich hebben bekeerd tot het radicaal moslimfundamentalisme en tot de jihad tegen andersdenkenden in het Westen.
Gevaar
Daar steekt het gevaar, net als bij de weigering een onderscheid te maken tussen kerk en staat, bij de tweederangsbehandeling van vrouwen of de onderdrukking van homoseksuelen. Dat kan het Kamerlid natuurlijk op een fatsoenlijke wijze bestrijden, maar niet dé islam of wie opwekt tot respect voor islamieten.
Met haar oorlog tegen hen zet ze hen in de hoek. Dat bemoeilijkt de strijd tegen het extremisme eerder dan het helpt. Dat haar leven door haar strijd wordt bedreigd en dat ze niet zonder bescherming kan rondlopen, is nog geen verontschuldiging zelf de oorlog te voeren.
Overigens had het Westen zich nooit in de val moeten laten lokken van de demonstrerende moslims en zich nooit moeten begeven in een onzalige discussie over de cartoons.
Die gaat in wezen over gevoel voor humor en over smaak, en daarover is het altijd lastig discussiëren.
In plaats van ook over de vrijheid van meningsuiting te praten, had veel duidelijker gemaakt moeten worden dat het bij de moslimoproer slechts ten dele ging om die cartoons. Die waren vooral de stok om de westerse hond te slaan en om interne ruzies uit te vechten. Dat is al zorgelijk genoeg. Gelukkig waren er ook gematigde reacties in de moslimlanden en bleef het protest van de moslims in de westerse landen zo goed als uit. Daarover hoorde je Ayaan Hirsi Ali niet. Kwam het haar wellicht niet goed uit?
Uit: De Telegraaf