Ik weet niet of er iets van klopt, want ik heb nog geen moderne natuurkunde gezien hier in 1e Bach, maar:
Ik uit interesse al wel wat zitten lezen, en ben zo ooit het begrip planck lengte (en tijd) tegengekomen. Dit is de minimale lengte die er bestaat.
Mijn vraag is nu: moet er dan ook niet een minimale hoek zijn waarover een voorwerp gedraaid kan worden?
Bijvoorbeeld, het is maar een gedacht:
We hebben een cilinder met straal 1cm. We draaien die rond een as door het midden van de cillinder, en we zorgen ervoor dat de buitenste punten op de knikker juist 1 plancklengte verplaatsen. Dit zorgt er echter ervoor dat punten op 0,5 cm zich maar 0,5 plancklengte verplaatsen, wat niet kan. Dus stel nu dat we het punt op 0,5cm 1 plancklengte draaien, dan krijgen we weer hetzelfde probleem.
Het enige geval waarin we geen 'midden' kunnen pakken, is wanneer we een punt op 1 plancklengte verplaatsen.
Al doende verplaatsen we het punt op 1 plancklengte, 1 plancklengte. Dit zorgt er echter voor dat onze gehele cillinder over een hoek van 60 graden draait.
En dit lijkt met toch niet echter overeen te komen met de werkelijkheid.
Wie kan me vertellen waar ik een fout maak.