Er zijn evenveel meisjes als jongens. Als je bij een willekeurig huis aanbelt en een kind doet open dan is de kans dat een meisje opendoet even groot als de kans dat een jongen opendoet (in theorie althans, in de praktijk blijft een jongetje natuurlijk achter zijn spelcomputer zitten).
In een huis wonen twee kinderen. Je weet niet van welk geslacht. Je belt aan en een meisje doet open, hoeveel is de kans dat het andere kind ook een meisje is?
Stel dat het antwoord daadwerkelijk 2/3 was, dan moet het antwoord op deze vraag
In een huis wonen twee kinderen. Je weet niet van welk geslacht. Je belt aan en een jongen doet open, hoeveel is de kans dat het andere kind ook een jongen is?
ook 2/3 zijn! Dus zou de kans dat een willekeurig gezin met twee kinderen een mm-gezin is 1/3 zijn en de kans op een jj-gezin ook! En we zijn het er toch wel over eens dat die kans 1/4 is.
Je kunt het ook gewoon uitschrijven: het meisje dat opendoet kan het tweede kind van een jm-gezin, het eerste kind van een mj-gezin, het eerste kind van een mm-gezin of het tweede kind van een mm-gezin zijn. Het andere kind is dan respectievelijk een jongen, een jongen, een meisje en een meisje. Het intuïtieve antwoord (1/2) is dus gewoon goed.
Anders wordt het als niet het meisje opendeed, maar de huisvader van het gezin. Nieuwsgierig als je bent vraag je: "Hebt u een dochter?", of, preciezer geformuleerd: "Is ten minste een van uw kinderen een meisje?" Als hij bevestigend antwoordt dan is hij vader van een jm-, een mj- of een mm-gezin, met gelijke waarschijnlijkheid. In dat geval is de kans op twee dochters 1/3.