Onderschat ook niet hoe veel mensen de regels gewoon niet goed genoeg kennen. Ja, het wordt op school geleerd en tot in den treure herhaald maar klassikaal onderwijs met 30 leerlingen leent zich er nu eenmaal niet voor om efficiënt de problemen op te sporen bij de verwerking van de theorie en de oefenstof. Als de uitleg 100 keer hetzelfde is en de oefeningen 100 keer hetzelfde zijn dan is het niet verwonderlijk dat sommige leerlingen die de aanleg daarvoor 'missen' 100 keer dezelfde fouten blijven maken.Het is vanzelfsprekend dat het menselijk brein van nature niet op de geschreven variant van taal is 'gebouwd'. Mede hierdoor blijft het toepassen van grammaticale schrijfregels dus altijd een kleine cognitieve taak en zoals bij elke taak, hoe simpel de regels er ook van zijn, is er het risico van fouten. In dit geval (d/t/dt) wordt het risico echter bijna nihil wanneer je:
1) De regel kent.
2) Met genoeg aandacht werkt.
3) De mogelijkheid hebt om achteraf correcties uit te voeren.
Voor jou zijn de regels blijkbaar simpel, voor mij zijn ze toepasbaar maar niet iedereen heeft hier aanleg voor. Ieder mens is nu eenmaal totaal anders.
Ik denk dat de onovoldoende aandacht en het niet kunnen toepassen van de regels ongeveer een even belangrijke oorzaak zijn van de spellingsfouten.
De D/T-regels zijn ogenschijnlijk simpel (in vergelijking met bijv de tussenletter N ), ze passen op één A4-tje maar toch...
Als je de logica niet inziet dan wordt het moeilijk.
Voor een deel van de mensen (zo'n 16% wellicht volgens de Gauss-curve) zijn de regels te moeilijk omdat ze de logica niet kunnen volgen of niet in staat zijn om dergelijke regels goed toe te passen. Bij een beperkte aanleg zijn de opvoedingsmogelijkheden eveneens beperkt.Opper je nu bijvoorbeeld dat de d/t/dt regel niet speciaal is, maar net als sommige andere taalregels voor geschreven taal gewoon te moeilijk is?
Of vind je dat specifiek deze regel 'contra-intuïtief' (neologisme?) is m.b.t. de ordening van taalconcepten in het brein?
Ik suggereer dus beiden; punt 1 vloeit voort uit punt 1. Doordat veel spellingsregels 'contra-intuïtief' zijn zijn de regels voor sommige mensen te moeilijk.
Ik vind dat de spellingsregels zo veel mogelijk moeten aansluiten bij de natuurlijke manier van denken wat nu duidelijk niet het geval is.
Ofdat het nu gaat om de d/t-regel, de tussenletter n of c/k, in al deze gevallen is er een verschil tussen de klank en de schrijfwijze. Het brein van de mens is bij taal vooral gericht op de klank. Spraak is natuurlijk en eigen aan de mens, schrift hebben we om functionele redenen ontwikkeld en is wat kunstmatiger.
Het brein vindt dus vooral de klank belangrijk en heeft weinig boodschap aan de schrijfwijze. Eerst zoekt het brein naar de klank en pas dan gaat het eventueel (als de persoon dat wilt) op zoek gaan naar de correcte schrijfwijze.
Ik denk overigens dat je het met mij eens bent dat de spellingsregels zo veel mogelijk 'intuïtief' moeten zijn omdat dat fouten voorkomt en de duidelijkheid verbeterd? Klopt dat?