We hebben onze principes prijsgegeven
door Koert van der Velde
2001-09-11
België is anders dan Nederland, ook op religieus gebied. Een serie portretten van toonaangevende persoonlijkheden op levensbeschouwelijk gebied. Vandaag metableticus J.H. van den Berg.
'Met België is het beter gesteld dan met Nederland. Men is beleefder en vriendelijker. Een pastor is nog een pastor, een huisarts draagt een witte jas. Ik geniet zeer van het voor Nederlandse begrippen ouderwetse fatsoen.''
De Nederlandse professor Hendrik Jan van den Berg (87) woont om de hoek van de gotische Onze Lieve Vrouwe Kathedraal, waar een kerkdienst nog een eredienst is, en een preek nog bijbeluitleg, geen 'populair gebrabbel'. Het middeleeuwse bouwwerk is nog gebouwd om zij die er binnentreden het goddelijke te doen ervaren -in die tijd nog algemeen aanvaard als het meest essentiële voor mens en maatschappij.
Theologie was nog de moeder van alle wetenschap, en wat Van den Berg betreft zou zij dat nog steeds moeten zijn.
,,Maar dan niet de theologie van mensen als Kuitert, die de Bijbel niet de status geven die haar toekomt. Kuitert is een kwajongen, om het eens oneerbiedig te zeggen. Als je niet beseft dat de Bijbel de mens teboven gaat, niet aanvoelt dat je iets buitensporigs uitzonderlijks in handen hebt, dan kun je de theologie maar beter in de hoek gooien en ermee ophouden.''
Van den Berg wijst op een boekenkast, naar een paar planken dogmatiek -tegenwoordig voor velen een scheldwoord. Niet voor Van den Berg. ,,Dogmatiek is een poging het essentiële te verwoorden. Omdat het hogere niet goed in woorden is te vatten, is dogmatiek een verheven spel. Alle hoogste waarheden grenzen aan spel. Schrijf maar op: over de hoogste waarheden zweeft een glimlach.''
Helaas is deze relativerende glimlach in het Westen verworden tot een bijna dogmatisch relativeren en platmaken van alles wat hoog en verheven is. ,,Zelfs in de theologie voeren andere religies tegenwoordig de boventoon. Voortdurend zijn we bezig propaganda te maken voor andere volken en geloven.'' Andere volken zijn niet zo dom. ,,Ga maar eens naar Constantinopel en vraag daar op de universiteit of het christendom wordt gedoceerd.'' We moeten terug naar onze christelijke wortels.
,,Theologie in het Westen moet christelijk zijn, gedoceerd door christelijke hoogleraren.'' Of door een hooggeleerde agnost? ,,Dat kan natuurlijk helemaal niet'', zegt Van den Berg en hij constateert met spijt: ,,We hebben onze principes prijsgegeven''.
Belgische hoogleraren zijn vrijer en opener, vertelt hij. ,,God is hier geen vies woord. In Nederland is een streep getrokken, en je moet het niet wagen eroverheen te gaan.''
Het niveau is laag. ,,Ik snuffel wel eens in Nederlandse proefschriften. Tjonge jonge, dat is niet best. Je kunt beter iets flauws zeggen dan iets nieuws. Want dat kan, mag en zal niet waar zijn. Alleen al omdat ze het vervelend vinden dat ze er zelf nooit aan hebben gedacht. Wat is men toch ontzettend kinderachtig.''
Van den Berg is de vader van de metabletica, 'leer der veranderingen'. Hoewel verguisd, en niet erg serieus genomen in universitair Nederland, is hij naar verluidt de meest verkochte Nederlandse auteur in het buitenland. Zijn boeken verschijnen in het Koreaans en het Chinees. Volgens Van den Bergs theorie vinden belangrijke veranderingen vaak gelijktijdig plaats op de verschillende terreinen van de cultuur -architectuur, kunst, wetenschap, religie. In vele boeken werkte hij deze theorie uit. Vijf jaar geleden verscheen wat misschien wel de kroon op zijn werk mag heten: de metabletica van God.
,,Als op verschillende terreinen verwante veranderingen plaatsvinden zonder dat er een aanwijsbaar verband is, moet er een omvattende oorzaak achter liggen: God.'' Dat God erachter zit is voor hem een hypothese, een onderliggende stelling die veel kan verklaren maar die zelf niet bewezen kan worden. De beweegredenen van God blijven voor de mensen onbekend. Over de wil en de bedoeling van God zwijgt Van den Berg liever. ,,Je kunt wel zeggen dat God af en toe een nieuw wapen in de strijd gooit.''
,,De geschiedenis is een voortdurend twistgesprek tussen God en mens.'' Dit is al zo sinds Adam en Eva, volgens Van den Berg niet een door mensen bedachte mythe. ,,Het is een schitterend verhaal dat de mens moeilijk zelf verzonnen kan hebben. Het is een 'extrahumane' tekst.''
Van den Berg moet weinig hebben van de evolutietheorie. ,,Omdat de motor ontbreekt. Er zouden ook allerlei dieren en planten moeten zijn die onderweg zijn, die zich aan het ontwikkelen zijn naar een optimale vorm. Maar alles is altijd al compleet.'' Het idee van een 'oersoep' waaruit het leven is ontstaan noemt hij 'door en door ongeloofwaardig en zelfs ridicuul'.
Van den Berg beschrijft hoe God steeds meer uit de wereld werd verdrongen. Voor de Grieken en Romeinen was hij nog in het landschap, het christendom concentreerde hem binnen het kerkgebouw. Met de veranderende kerkbouwstijlen veranderde ook de spiritualiteit. De beleving van de 'hoogte' -voor Van den Berg een metafoor voor spiritualiteit- bereikte met de gotiek haar hoogtepunt, maar verschraalde daarna. De barok kende alleen nog de illusie van hoogte, terwijl de moderne kerk voor Van den Berg niet veel meer uitstraalt dan een fabriekshal.
,,Deze veranderingen in bouwstijlen gingen gepaard met veranderingen in theologie, religieuze beleving, wetenschap en kunst. Altijd loopt de architectuur voorop, zonder dat die zich bewust is dat met de veranderingen in bouwstijl ook de mentaliteit verandert. De veranderingen lopen synchroon, zijn niet het directe gevolg van elkaar.'' Het zijn, poëtisch gezegd, 'tekenen dat God weer een nieuw wapen in de strijd gooit'.
Ook in het heden is Van den Berg op zoek naar synchroniciteit. ,,In de tegenwoordige architectuur lijkt de horizontale lijn uit de gratie te raken. Die lijn hangt samen met het zo bedenkelijke en gevaarlijke gelijkheidsprincipe -alles op hetzelfde niveau. Maar de geschiedenis is van enkelingen, van de Einsteins. Als we gaan nivelleren, dan ontstaat er nog maar weinig nieuws.''
Het principiële relativeren van de grote, door het Westen verworven waarden en waarheden keurt Van den Berg hartgrondig af. Weliswaar is relativeren een typisch westerse eigenschap, van grote waarde. ,,Maar dat moet niet open en bloot gebeuren - zoals een Kuitert het doet, in een populair geschreven boek.'' Om te laten zien dat relativeren ook heel subtiel kan, neemt hij desgevraagd het altaar van Bernini als voorbeeld. Dit altaar staat in het hart van het Vaticaan. ,,Om dit altaar in het seksloze Vaticaan staan tijdens de hoogmis een hele groep seksloze mannen hun seksloze ritueel uit te voeren. Op de sokkels heeft Bernini acht vulva's aangebracht, waar een pijnlijk kijkend kopje uitsteekt. De acht beeltenissen tonen de stadia van het geboorteproces. Dat is in deze context het ergste wat je je kunt voorstellen. Ook de paus weet best wat er op die sokkels staat, maar hij zal het nooit openlijk zeggen. Op deze subtiele manier wordt de eigen waarheid gerelativeerd, zelfs de hoogste - een typisch westerse capaciteit.'' De crux is dat het niet openlijk maar tersluiks moet gebeuren. ,,De aardigheid zou er gauw af zijn als je moet kijken naar een openlijk copulerend stel in de kerk.''
Het relativeren is volgens Van den Berg te ver doorgeslagen. ,,Nederland loopt in de aftakeling voorop. Maar het zal worden teruggedraaid. Ik zal dat niet meer meemaken, maar de meeste nu levenden wel. De landing zal fatsoenlijk hard zijn. Kijk alleen maar naar het verkeer. Het gesleep van mensen de wereld over die hier helemaal niet hoeven zijn. Het hele land staat in de file. Ik kom nog uit de tijd dat ik bij mijn vader achterop de fiets zat en we tussen Deventer en Apeldoorn welgeteld één auto tegenkwamen. We zijn ons als zotten aan het vertillen. Het landschap is verschraald, planten en dieren zijn bij honderden soorten vernietigd. Er zit een noodzaak in waar niemand iets aan kan doen. Het moet uit zichzelf kapotgaan.''
We leven volgens Van den Berg nu nog met de luxe om alles overboord te kunnen gooien. Maar de tijd zal terugkeren dat we weer massaal naar de kerk zullen gaan. ,,Er is een kerk en er zijn dogma's nodig. Voor enkelingen is het te moeilijk om aan het religieuze vorm te geven als de samenleving het geloof misprijst. Religie is iets van de samenleving. Als straks de omgangsvormen weer hersteld zijn, de minister weer een excellentie is, en de koningin een majesteit, dan zullen wij ook weer weten hoe we God moeten aanspreken.''