Ik zou de functie zo opschrijven:
\(f(x,y)=\ln((4^2-(x^2+y^2)) \cdot ((x^2+y^2)-2^2)) = f(x,y)=\ln((4^2-R^2) \cdot (R^2-2^2))\)
en dan herkennen dat ik met twee cirkels te maken heb (of het in ieder geval zo kan zien). Vervolgens inzien dat wat binnen de haken van de ln() staat groter moet zijn dan nul, en dan per deel (dus per cirkel) even een tekenschema maken.