Guest schreef:misschien dat iemand hier voor mij een antwoord op heeft:
Bewezen is dat een ster die zich net achter de zon bevind ten opzichte van de aarde, net te zien is op de aarde. Dit betekent dus dat het licht als het ware "met een boogje om de aarde heengaat", wat betekent dat de fotonen werden aangetrokken door de zwaartekracht van de zon. Een deeltje wordt alleen aangetrokken door een zwaartekracht als het een massa heeft. Dus de fotonen moeten een (toegekende) massa hebben gehad. Hoe kan dit?
Ja zwaarte kracht heeft invloed op licht (fotonen) , anders zou het licht ook niet in een zwart gat verdwijnen.
Sterke, net zoals wij onze satelieten kunnen laten versnellen, door vlak langs een planeet te scheren, zo zal het licht dat langs een planeet, of ster, of vanaf een wat grotere afstand van een zwartgat, ook kunnen versnellen, voor dat laatste, als dat sterren licht dichter voor ons gezien langs een zwart gat scheert, zou het er in verdwijnen, even een tekening voor wat ik bedoel;
(Ster)--------------------------*(zwartgat) - - - - - - - - - -(aarde)
In dit voorbeeld is het licht van de ster deels in het zwartegat verdwenen, en deels er omheen gegaan, de ster lijkt kleiner en en ziet er niet meer rond uit maar ovaal.
Zo zal het licht dat van deze ster afkomstig is; deels een blauwe verschuiving ,en deels een rode veschuiving hebben.
Zo zal het licht met zijn constante C=300000 km/sec zijn eigen snelheid, zonder invloed van zwaartekracht bronnen, zijn eigen snelheid van 300000 km/s behouden.
Een lichtbron dat fotonen in het zichtbare licht uit zend zal altijd met een snelheid van 300000 km/s. vanaf de bron (ster) uitzenden.
Maar door zwaarte kracht bronnen vertraagd ofwel opgezwiept kunnen worden tot een afwijkende snelheid dan dat het vanaf de bron afkomstig is, en ziet men dit als een kleur verschuiving, sterker nog, van die ene ster zou men meerdere licht punten kunnen zien, alsof men meer sterren ziet.
Nu ben ik zover met mijn theorie tot conclusie gekomen, dat er wel degelijke lichtsnelheden verschillen waar te nemen zijn, denk aan het Dopler effect, alleen wordt dat licht niet uitgerekt, maar nemen we een snelheids verandering
waar, waardoor we ook de frequentie golf lager (rood verschuiving), of de frequentie golf hoger (blauw verschuiving) waarnemen.
Let wel het zichtbare licht dat vanaf de lichtbron (ervan uitgaande, een ster) afkomstig is zal
altijd met 300000 km/s vanaf de lichtbron van alle kanten rondom van deze lichtbron(ster) uitgezonden worden .
Maar ook de lichtbron zelf verplaatst zich van A naar B, Dus kan het niet zo zijn dat alle sterren die wij vanaf de Aarde kunnen zien, het licht ervan ons met 300000 km/s bereikt.
Wij zijn een deel van een groot geheel dat een bepaalde richting, van A naar B verplaatst, en dus ontvangen wij het licht dat van de meeste sterren afkomstig is, met 300000 km/s. ( Wij zijn een deel van een groot geheel )
Zo ook onze melkweg verplaatst zich van A naar B.
Stel nou dat wij aan de achter kant van ons melkweg stelsel zitten, dan kijken wij door de (b.v. de achterruit van een auto, dit als voorbeeld), dan lijkt alles van ons te verwijderen, op een aantal mee gaande auto's (melkweg stelsels) na.
Onze zon verplaatst zich om onze melkweg stelsel, stel nou dat wij nu precies aan die (buiten) kant zitten van de melkweg waar de sterren en ook onze zon, in de zelfde richting verplaatst als waar de melkweg naar toe verplaatst b.v. van A naar B, dan verplaats onze Zon en onze mede sterren (onze buuren) dus met een grotere snelheid van A naar B, want dit deel van het geheel heeft een baan om ons melkwegstelsel.
Dus dan lijkt het of de verste verwijderde sterren en melkweg stelsels sneller van ons verwijderen, vergeet ook niet dat hoe verder wij met onze telescopen kunnen kijken, dus hoe sterker deze kunnen vergroten, ook het verschil in waarneming groter is.
En lijkt het alsof het verst verwijderde melkwegstelsels zich sneller van ons te verwijderen, vanaf de achterkant gezien dus.
Nu zou ik eigenlijk willen weten, nemen wij de verwijdering van de verstverwijderde melkwegstelsels ook aan de voorkant van onze melkwegstelsel met die zelfde snelheid als aan de achterkant van onze melkwegstelsel waar, ervan uitgaande dat onze melkwegstelsel zich ook verplaatst van A naar B, of zijn de waarnemingen aan alle kanten om ons heen het zelfde.
Een vraag om over te discuseren.
Mijn theorie is dat de verst verwijderde melkwegen aan de voorkant (de richting waar onze melkweg naar toe verplaatst) minder snel van ons verwijderen, dan aan de achterkant van onze melkweg, denkende aan dat wij met onze zon ook diezelfde richting gaan als de melkweg op dit moment.