Je kunt inderdaad rijk worden met een monopoly, wat een patent in wezen is. Niemand ontkent dat. Dat is niet waar het eigenlijk om gaat.
Geld verdienen, daar gaat het wel om. James Watt voor wie, zoals je gelezen hebt, rijkdom erg belangrijk was, zou hij zijn stoommachine ontwikkeld hebben zonder de winstvooruitzichten d.m.v. een patent? Denk het niet
Moedigt het patent systeem innovatie aan? Nee. Het moedigt voornamelijk "rent seeking" aan; de uitvinder houdt op met onderzoek en ontwikkeling en wordt een beheerder van zijn patent.
Dit beheer van patenten is inderdaad een kostenpost. Dit is echter doorgaans specialistenwerk dat niet uitgevoerd wordt door de uitvinder. En als het een waardevolle vinding is, wat door de markt wordt bepaald, zal het de moeite waard zijn. Wel is het onwenselijk dat vanwege deze rent seekinger een druk op de wetgever ontstaat om de patentwetgeving etc te versterken en de termijn te verlengen. Vanwege de grotere markten (EU, globalisering) zijn er argumenten om de termijn van patenten in te korten omdat de terugverdientijd van R&D investeringen korter is geworden. Dit zou wel gepaard moeten gaan met verbeterde naleving dwz minder piraterij.
Als er geen patenten zouden zijn dan zou men continue op zoek blijven naar nieuwe methoden. Men zou niet kunnen ophouden met onderzoek en ontwikkeling.
Nu is men juist continu op zoek naar nieuwe methodes en uitvindingen, dankzij de patenten en het auteursrecht. Het punt is juist dat men dit niet meer zal doen als iedereen het meteen na kan maken. Vooral de kostbare, veel onderzoek vergende, uitvindingen zullen dan niet meer door de private sector plaatsvinden, tenzij dankzij giften. Zelfs al zou het zo zijn dat dezelfde mate van onderzoek zou plaatsvinden dankzij belastinggeld en giften van mecenassen, wat ik zeer onwaarschijnlijk vind, zou dit toch onwenselijk zijn. Aangezien dan de invloed van bepaalde personen veel groter zou worden. Nu wordt de richting van al het onderzoek dat dankzij patenten plaatsvindt door de markt bepaald d.w.z. door iedereen. Patenten kunnen wel een beperkte nadelige invloed hebben namelijk gedeeltelijk onnodige research. Ik zie dat bijv. in de farmaceutische industrie, eigenlijk op de tegenovergestelde wijze dan dat gmlk het ziet. Bij een succesvol vernieuwend geneesmiddel (bijv viagra) trachten concurrenten zo snel mogelijk ook een dergelijk middel te maken. De investeringen die dat vergen zouden mogelijk, (maar niet zeker want het kan ook leiden tot goed, beter, nog beter) beter zijn besteed aan het ontwikkelen van een geheel ander vernieuwend medicijn.
Een succesvolle uitvinding dat tot een zekere monopolievorming leidt zorgt er voor dat er veel inspanningen door concurrenten gedaan worden om dit monopolie te breken. Grote winsten zijn als honing voor de bijen. Ook zijn er wetten die monopolievorming tegengaan en concurrentie bevorderen
Als je de economische geschiedenis van de afgelopen 300 jaar bekijkt en deze vergelijkt met de patentwetgeving in de landen valt het volgende op.
Engeland had de eerste patentwetgeving (1623) hetgeen ik een voordeel voor dat land acht en één van de verklaringen voor de vele uitvindingen die leidden tot de industriële revolutie. Deze wetgeving was zeker tot 1850 niet ideaal Te duur en ondoorzichtig en patenten waren onderhevig aan politieke invloeden (Watts patent werd door het parlement verlengd). In de VS had men reeds in 1790 een goedkoper patentsysteem. Zij kenden een grote economische voorspoed die gepaard ging met een groter aantal patenten in de VS in de 19de eeuw dan in Engeland. In Nederland schafte men in 1869 de patentwetgeving af (ingevoerd in 1817). Vanaf die datum konden dus buitenlandse vindingen gratis gecopiëerd worden. Het concurrentievoordeel t.o.v. andere westerse landen dat dit bood woog op termijn waarschijnlijk niet op tegen de nadelen van weinig R&D in den lande want de octrooiwetgeving werd in 1917 weer ingevoerd. Zwitserland voerde octrooiwetgeving pas in 1888 in
the Swiss endogenously adopted patent laws because of falling competitiveness in their key industrial sectors. What was the impact of the introduction of patent protection in Switzerland? Foreign inventors could obtain patents in the United States regardless of their domestic legislation, so we can approach this question tangentially by examining the patterns of patenting in the United States by Swiss residents before and after the 1888 reforms. Between 1836 and 1888, Swiss residents obtained a grand total of 585 patents in the United States. Fully a third of these patents were for watches and music boxes, and only six were for textiles or dyeing, industries in which Switzerland was regarded as competitive early on. Swiss patentees were more oriented to the international market, rather than the small and unprotected domestic market where they could not hope to gain as much from their inventions. (-)After the patent reforms, the rate of Swiss patenting in the United States immediately increased. Swiss patentees obtained an annual average of 32.8 patents in the United States in the decade before the patent law was enacted in Switzerland. After the Swiss allowed patenting, this figure increased to an average of 111 each year in the following six years, and in the period from 1895 to 1900 a total of 821 Swiss patents were filed in the United States. The decadal rate of patenting per million residents increased from 111.8 for the ten years up to the reforms, to 451 per million residents in the 1890s, 513 in the 1900s, 458 in the 1910s and 684 in the 1920s. U.S. statutes required worldwide novelty, and patents could not be granted for discoveries that had been in prior use, so the increase was not due to a backlog of trade secrets that were now patented.
Moreover, the introduction of Swiss patent laws also affected the direction of inventions that Swiss residents patented in the United States. After the passage of the law, such patents covered a much broader range of inventions, including gas generators, textile machines, explosives, turbines, paints and dyes, and drawing instruments and lamps. The relative importance of watches and music boxes immediately fell from about a third before the reforms to 6.2 percent and 2.1 percent respectively in the 1890s and even further to 3.8 percent and 0.3 percent between 1900 and 1909.
http://eh.net/encyclopedia/article/khan.patents
Dit Zwitserse voorbeeld is sterk bewijs voor het voordeel van patenten. De introductie van octrooiwetgeving leidde tot een sterke stijging van innovatie.