Moderators: jkien, Michel Uphoff
Ik heb ergens gelezen ik weet helaas niet meer waar (wel op dit forum trouwens) dat het heelal 13,7 miljard jaar bestaat. Ik sta een beetje sceptisch tegen het wetenheid van de mens. Hoe weet je nou dat het heelal 13,7 miljard jaar bestaat? Mijn vraag is dus voor alle duidelijkheid hoe hebben ze dat uitgerekend? Of was het weer maar gewoon een schatting? In dat geval neem ik het met een korreltje zout. Ik vraag dus of dit met een bepaalde berekening is berekent en kent iemand die berekening? Zo ja wilt iemand die alsjeblieft geven? En ik vraag me af hoe je hier in hemelsnaam zeker van zijn. Ik neem namelijk aan dat we dat uitrekenen via de snelheid van de uitdijing van het heelal. Maar dan kan je toch niet zeker zijn van de beweging omdat hij mischien wel sneller of juist langzamer is gaan uitdijen. Hoe weet je zeker dat die snelheid altijd hetzelfde is gebleven?
De doorsnede zal inderdaad wel, maar de straal (als we even van een simpele bol uitgaan) zal niet groter zijn. Dat zou namelijk betekenen dat de materie zich sneller dan het licht heeft voortbewogen. Lijkt me sterk.
deze redenering gaat zeker niet op, zelfs al onderstel je een sferische vorm (en dit is al een sterke onderstelling: het heelal hoeft helemaal niet eindig te zijn). Wanneer je ruimte een sfeer is, is er helemaal geen afstand gedefinieerd van het centrum naar de sfeer. je kan enkel spreken van de kromtestraal van het oppervlak (en eventueel van de oppervlakte (het volumte) van het heelal).De doorsnede zal inderdaad wel, maar de straal (als we even van een simpele bol uitgaan) zal niet groter zijn. Dat zou namelijk betekenen dat de materie zich sneller dan het licht heeft voortbewogen. Lijkt me sterk.
Kijk, weer wat geleerd.eendavid schreef:deze redenering gaat zeker niet op, zelfs al onderstel je een sferische vorm (en dit is al een sterke onderstelling: het heelal hoeft helemaal niet eindig te zijn). Wanneer je ruimte een sfeer is, is er helemaal geen afstand gedefinieerd van het centrum naar de sfeer. je kan enkel spreken van de kromtestraal van het oppervlak (en eventueel van de oppervlakte (het volumte) van het heelal).
De technische details van de berekening ken ik niet. wikipedia vertelt waaruit het wordt gedaan en wat de beperkingen zijn (er wordt een model ondersteld, en ik heb de indruk ), maar niet hoe het gebeurt. Ik kan me niet inbeelden dat even googlen je niet aan de technische details kan helpen.
Ivm de opmerking van Rogier V, de metingen hierrond gedaan hebben het veel moeilijker gemaakt om een eindig heelal te bekomen. Het impliceert geenszins een sferische topologie.
Dat begrijp ik niet. Waarom zou dit een eindige grootte moeten zijn? Hoe zou dit gemeten worden?indirect de grootte van het universum op het tijdstip dat de CBR ontstond.
Dat komt ook neer op ongeveer 13.7 miljard jaar.
Is dit dan ook in de onderstelling dat de expansiesnelheid constant was?Door de expansie van het heelal kunnen we nu verder kijken dan 13.7 miljard lichtjaar. Onze horizon is namelijk, in de tijd dat het licht naar ons toe straalde, zelf verder opgeschoven. Onze horizon licht daarom op ongeveer 3x 13.7 miljard lichtjaar.
Het is eigenlijk niet de grootte van het hele heelal, maar de grootte van het zichtbare heelal op het moment dat de achtergrondstraling geboren werd. Er wordt qua afstand vaak gewerkt met de schaalfactor "a", de relatieve grootte van willekeurige afstanden t.o.v. nu. Dus nu is a=1. En bij de geboorte van de achtergrondstraling was "a" ongeveer 1/1100. Je kan dus zeggen dat de afstanden in het heelal toen dus 1/1100e waren van de afstanden nu. Je mag ook zeggen dat het heelal toen 1100 keer kleiner was.eendavid schreef:interessante bijdrage, bedankt! Ik heb nog een aantal vragen.
Dat begrijp ik niet. Waarom zou dit een eindige grootte moeten zijn? Hoe zou dit gemeten worden?
De expansiesnelheid is niet altijd hetzelfde geweest. De relatie t=1/H is niet een exacte relatie. Eigenlijk is het een benadering, een uitkomst van een ingewikkelde integraal waarbij je de aanwezigheid van donkere energie in het heelal meerekent. In de jaren 90 was er de zogenaamde "age crisis" omdat zonder donkere energie de formule t=2/3H is. Wat neerkomt op een te kleine leeftijd. Er waren objecten in het heelal zichtbaar die ouder zijn dan t=2/3H. Vandaar die crisis die dus opgelost is mbv het meerekenen van donkere energie.Veronder stel je daarmee dat deze expansiesnelheid constant was? Of hoe doe je dit dan juist?
Op wikipedia of via google zijn er vast wel plaatjes te vinden van de grootte van het heelal als functie van de tijd. Daar zie je dat de expansie snelheid niet constant is.Is dit dan ook in de onderstelling dat de expansiesnelheid constant was?
Als je de leeftijd van het heelal kan berekenen d.m.v. uitdijing, is het dan niet altijd zo dat het heelal een bolvormige vorm heeft? Als dat niet zo zou zijn zou je er van uit gaan dat sommige gebieden minder snel uitdijen, dus zou je de leeftijd niet meer kunnen bepalen door uitdijing. Of zit het ingewikkelder in elkaar? Er zijn verschillende mogelijke vormen van het heelal, een sferische, plat of hyperbolisch heelal (zadelvormig). Hoe zit het precies met de uitdijing in de laatste twee. Want in een sferische heelal kan je er van uit gaan dat de bigbang in het midden van de bol plaatsvond, en dat het heelal nu naar alle richtingen hetzelfde uitdijt, en zo een bol vormt. Maar hoe moet je dat voorstellen in een plat en hyperbolisch heelal?