We hebben nog wat uitstel gekregen voor de opdracht, omdat er nogal wat problemen waren. We zijn pas 2 VWO en hebben geen natuurkunde.
Verder: waarom staat de breedte van de sluisdeur vast?
Deuren worden niet groter en kleiner.
We hoeven geen rekening te houden met de diepte van het water en zo. We moesten het eenvoudig houden. Maar ik zie dat ik een paar foutjes heb gemaakt in mijn vorige uitwerking. Deze is beter
1 a) Hieronder bereken ik de oppervlakte van de bodem en de kracht die het water uitoefent.
pbodem = Fwater / Adeur
pbodem = 155m × 16m × 11,85m × 1000 × 9,81 / 155m × 16m
pbodem = 288296280N / 2480m²
pbodem = 116 248,5 Pa
Op de bodem is dus een druk van 116 248,5 Pa.
1 b) De druk verloopt niet lineair. Een vloeistof kan in zeer kleine mate worden ingedrukt door de druk. Maar in een sluis is dit te verwaarlozen. Dit gaat pas een rol spelen op enkele honderden meters diepte.
2) De oppervlakte van 1 deur kun je uitrekenen met de stelling van Pythagoras. Dan is Adeur dus:
Adeur = sqrt(3²+9²)×11,85 = 112,4189708m²
De kracht op de deur is:
Fgem = hz × A × 9,81
= 11,85m / 2 × 2480m² × 9,81 × 1000
= 144148140N
De druk wordt dan:
p = F / A
= 144148140N / 112,4189708m²
= 1 282 240,346 Pa
De druk op een sluisdeur is dus 1 282 240,346 Pa, en dat geeft een druk van meer dan 130 ton per m²
3) De gemiddelde kracht heb ik al bij 2 moeten uitrekenen, en dat was 144148140N, of
F = p × A
= 144148140N
Ik vind de druk op een sluisdeur behoorlijk groot, en dat kan denk ik niet kloppen. In een stuwmeer wordt (lijkt me) een deel van de druk opgevangen door de bodem en een deel door de stuwdam, en niet alles door de bodem en alles door het stuwmeer. Dus kwam ik op het idee dat je misschien alle oppervlaktes moet uitrekenen en dat de druk op alle wanden van de sluis gelijk is. Weet iemand of dit klopt, of iets anders wat ik fout doe?