Voor een vacuüm is dit probleem rap opgelost: C.Als je (dagelijks) met natuurkunde bezig bent is dit een simpele vraag, maar mijn VWO natuurkundelessen zijn al even geleden.
Mij werd de volgende quizvraag gesteld. Stel ik gooi een pingpongbal omhoog en vang het op hetzelfde punt op alwaar het mijn hand verliet. Wat is dan waar: a> de tijd omhoog duurt langer dan omlaag; b> de tijd omhoog duurt korter dan omlaag ; c> het duurt even lang.
Ik dacht dat het C is om dat de vertraging (omhoog) en de versnelling (omlaag) in dezelfde gemiddelde snelheid resulteert over dezelfde afstand. Volgens de quizmaster was het goede antwoord echter A. Kan iemand mij dit uitleggen. Alvast dank voor de opfrissing.
Maar nu in de echte wereld.
wrijving?
archimedes?