Voor R staan de stopwatches van P en hemzelf eveneens gelijk als P en R elkaar passeren, maar voor R lopen de stopwatches van P en Q juist langzamer. Dus voor R zal de stopwatch van Q achterlopen als ze elkaar ontmoeten.
Lees dit nog eens!
Dit effect vergeet je misschien:
Op het moment dat R bij P is, staat volgens R de klok in Q vóór op de klok van P.
Laten we een voorbeeld nemen:
De afstand tussen P en Q is 1 lichtjaar. De snelheid van R is 0,8c t.o.v. P en Q. Op het moment dat R bij P is, staan de klokken in P en R op 0 jaar. Volgens P staat de klok in Q dan ook op 0 jaar, maar volgens R niet! Volgens R staat de klok in Q
al op 0,8 jaar (ongelijktijdigheid). Volgens R is de afstand tussen P en Q 0,6 lichtjaar (lengtekrimp). Volgens R duurt de reis van P naar Q dus
0,75 jaar. Volgens R is er in die tijd bij Q
0,45 jaar verstreken (tijdsdilatatie). Als R bij Q is staat de klok in R dus op 0,75 jaar, en die van Q op 0,8 + 0,45 = 1,25 jaar.
Conclusie: De klok bij R staat achter op de klok bij Q.