Spelling volgt regels. Van tijd tot tijd worden de regels aangepast, maar er wordt steeds gezocht naar logica. Ik vind dat een goede zaak.
Als besloten wordt om een bepaalde regel te volgen, zijn er altijd wel een paar uitzonderingen daarop te noemen. Maar ook die volgen een verklaarbare logica. Ik ben daar altijd erg tevreden mee. Hoe de spelling ook verandert.
Maar er is één regel waar ik tegenaan loop en maar geen vrede mee heb. De tussen-s
Wanneer gebruik je de tussen-s? Het groene boekje, toch de leidraad van de Nederlandse Spelling bij probleemgevallen, zegt min of meer: wanneer de meeste mensen een s uitspreken. En zo is dit de enige spellingsregel die zich direct baseert op de uitspraak van de meerderheid.
En in mijn beleving is dat ronduit fout.
stationsstraat -> want stationsplein
maar waarom stationsplein -> als ook schoolplein
beheermaatregel en beheersmaatregel mag allebei
maar een maatregel waarmee iets te beheren valt is iets anders dan een maatregel om iets te kunnen beheersen.
Ik vermoed dat de tussen-s oorspronkelijk wél een gefundeerde regel kende. Waarschijnlijk werd dan gelet op de genitief. Maar het fijne weet ik daar niet van. Wel denk ik vaak aan het Duits om te horen of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. De tweede naamval (dat bedoel ik met die genitief) is van+... en op de puntjes staat dan dat woord. Bij mannelijk en onzijdig krijgt dit woord een s extra, vrouwelijke woorden niet en meervoud ook niet. Vandaar stationsplein en schoolplein. Denk ik.
Maar hoe dat zit met werkwoorden, daar ben ik nog niet uit.
Wie kan mij verder helpen met het zoeken naar de exacte achterliggende reden van de regels voor de tussen-s?