eendavid schreef:Dit is een eerder ongenuanceerde bijdrage die je in mijn ogen beter in het theorieontwikkelingsforum had geleverd (vooral omdat dit nieuwsbericht enkel gelinkt is aan BB maar verre van een onderwerp is dat enkel en alleen over BB gaat). Dergelijke fouten gebeuren meestal wanneer men omwille van persoonlijke voorkeuren ('ontstaan is volgens mij gelinkt aan goddelijke schepping en ik ben atheist dus dat kan niet') wetenschap een richting wenst op te leggen.
Clusters ontstaan dankzij gravitatie, dat is geen enkel probleem voor Big Bang. De distributie van materie klopt namelijk met kleine anisotropie in achtergrondstraling. Dat de achtergrondstraling bij benadering isotroop is, is precies een probleem voor Hoyles theorie (en is ook 1 van de redenen waarop deze werd verworpen). Deze wijkt zoveel af van observaties dat hij maar geprobeerd heeft met een nieuwe theorie af te komen, ditmaal
zonder echt overtuigend over te komen.
De Big Bang theorie wordt juist omarmd door mensen met een Godsdienstige inslag, zoal paus Pius in 1951, omdat de Big Bang een begin van de tijd verondersteld. Mijns inziens overigens niet zo interessant wat deze mensen er van vinden. Er zijn ook theoriën omtrent het heelal die veronderstellen dat het heelal zoals wij dat kennen altijd heeft bestaan. Daar heb je geen God voor nodig, alleen quantummechanica.
Jij hebt wel een punt. Op dit moment is er niet één sluitende theorie waarmee alles wat wij om ons heen zien verklaard kan worden. Hoyle heeft een poging gedaan met zijn steady state heelal. In ieder geval heeft hij gelijk gekregen met de bewering dat veel zwaardere elementen gevormd kunnen zijn in sterren of in super nova's.
Ik ben wel van plan om binnenkort mijn vraagtekens omtrent de Big Bang in de door jou genoemde site op te sommen.
Waarom ik twijfel aan de Big Bang?
Een jaar of tien geleden had ik een collega die een universitaire studie had gevolgd omtrent sterrenkunde. Ook hij had zo zijn twijfels bij de Big Bang, en dan met name de onderbouwing via de infaltie theorie. Ik kon maar niet begrijpen waarom hij twijfelde aan een theorie waaraan niemand lijkt te twijfelen. Hij liet zich echter niet zo uit over zijn visie hier op.
De laatste tijd lees ik steeds meer over wetenschappers die vraagtekens zetten achter de Big Bang theorie. Één van deze mensen is John Boslough. Dat is niet zomaar een krullebol, maar iemand die al vele tientallen jaren als wetenschapsjournalist de vinger aan de pols houdt als het gaat om ontwikkelingen in de sterrenkunde. Zo is hij kind aan huis bij geweest bij alle nobelprijswinnaars op het gebied van de astronomie. Hij heeft ook boeken geschreven over de Big Bang maar in de jaren negentig is hij gaan twijfelen over de Big Bang theorie. Er zouden teveel waarnemingen zijn die niet kloppen met de Big Bang.
Ook worden er allerlei aannamens gedaan. Zo zouden er volgens de Big Bang theorie allerlei deeltjes moeten bestaan om de materie om ons heen te kunnen verklaren, maar niemand heeft deze deeltjes ooit kunnen bewijzen. Zo heb je de Higgs velden, die ervoor zorgen dat massa met zwaartekracht kan ontstaan. Deze Higgs deeltjes zijn cruciaal, maar niemand heeft ze ooit kunnen bewijzen.
Het boek van John Boslough heet: Meesters van de tijd.
Hieronder een citaat van de flap:
In de lente van 1992 stond de wereld plotseling op zijn kop: sterrenkundigen zouden erin geslaagd zijn de juistheid van de oerknaltheorie aan te tonen. Was er dan ooit getwijfeld aan deze succesvolle theorie, die zegt dat het heelal ongeveer vijftien miljard jaar geleden ontstaan is in een reusachtige explosie? Ja, en daar was ook alle reden toe. En nog steeds. Want ondanks de belangrijke nieuwe ontdekking van klonteringen in het jonge heelal, is de oerknaltheorie nog steeds een wankel bouwwerk.
In Meesters van de tijd beschrijft John Boslough de totstandkoming van de oerknaltheorie en de talloze, meest nog onopgeloste problemen waarmee zij -met name sinds het einde van de jaren tachtig- te kampen heeft gekregen. Iedere keer weer blijken nieuwe, vaak speculatieve theorieën door de waarnemingen achterhaald te worden. En steeds weer worden zo mogelijk nog speculatievere theorieën bedacht om de nieuwste waarnemingen te verklaren. Het probleem met veel van de nieuwe theorieën is dat ze niet getest kunnen worden, althans voorlopig niet. En het lijkt erop dat de waarheid maar niet dichterbij wil komen.
Desondanks klampen generaties kosmologen zich krampachtig vast aan de oerknaltheorie. Waarom doen ze dat eigenlijk? Waarom worden bepaalde theorieën tot wetenschappelijk heilige koeien? Is de oerknaltheorie de ultieme beschrijving van het heelal? Of zal de waarheid veel voor de hand liggender zijn? Op deze en nog vele andere vragen zoekt Meesters van de tijd op meeslepende en briljante wijze een antwoord. De lezer van dit boek zal zijn kijk op de kosmos en de kosmologie grondig moeten bijstellen.