De positie van een elektron rond een atoom wordt weergegeven in orbitalen, het zal zich preferentieel bij een bepaalde straal bevinden, de maximale waarschijnlijkheid, toch zal het zich ook op andere posities geregeld kunnen bevinden, de radiale waarschijnlijkheid die afneemt naarmate je verder weggaat van de max. waarschijnlijkheid. Als je nu echter een atoom met hoofdkwantumgetal 2 neemt, dan merk je een knooppunt: radiale waarschijnlijkheid=0 . Dus je krijgt eerst een kleine gausscurve dan een nulpunt en dan terug een gausscurve. Zou er iemand kunnen uitleggen waarom daar zo'n knooppunt is? Welke factor zorgt daarvoor?
mvg
steve