Moderator: Rhiannon
Je bent waarschijnlijk in de war met:" een groep reizigers wordt geadviseerd:", tegenover "mensen worden geadviseerd".Wat ik vandaag in de krant tegenkwam is de frase "de reizigers worden geadviseerd" (met een ander zelfstandig naamwoord echter, weet niet meer welk). Da's toch fout, dat moet toch zijn "de reizigiers wordt geadviseerd"? Ik vind het erg storend dat dat zo zelden goed wordt gedaan.
Je bent waarschijnlijk in de war met:" een groep reizigers wordt geadviseerd:", tegenover "mensen worden geadviseerd".
Je kan dit niet 1 op 1 vergelijken met "verzoeken" of "adviseren", omdat X wordt meegedeeld aan de reizigers. De taalprof legt op zijn blog uit waarom het bij "verzoeken" niet zo gaat (en n.m.m. gaat de redenering ook op voor "adviseren").ik zat hieraan te denken: 'de reizigers wordt meegedeeld', en niet 'de reizigers worden meegedeeld'
Dit terwijl het onmogelijk te verklaren is, zo lijkt de Taalprof te vinden, dat het woordje aan hier weggevallen is.Het is niet wij verzoeken de reizigers een actie, maar wij verzoeken de reizigers om een actie. De bijzin is niet het lijdend voorwerp, maar het voorzetselvoorwerp. Bij voorzetselvoorwerpen in de vorm van een beknopte bijzin valt het voorzetsel wel vaker weg. Dat is niets bijzonders, dat je wel vaker tegenkomt bij de ontleding.
Overigens klinkt de constructie met aan wat mij betreft prima en isZorgvuldig wordt vermeden om de hele zin te herhalen met dat voorzetsel erbij, want dan klinkt het al meteen een stuk slechter: Aan de reizigers wordt verzocht over te stappen
ook al gaat het over taal beslist geen argument.wie zegt dat ooit?
Ik snap wel wat je verlangt, maar je kunt het ook omkeren. Wat is eigenlijk de argumentatie dat het wel meewerkend voorwerp kan zijn? Want dat was het vroeger dus niet. Ooit moet iemand dus verzonnen hebben dat het meewerkend voorwerp was. Jij kunt wel zeggen dat je die zin met aan ook prima vindt, en daarmee bewijs je dat het voor jou meewerkend voorwerp is, maar dan is het net zo relevant dat er mensen zijn voor wie toevoeging van aan niet zo prima is. Die vinden het dan, zo veronderstel ik, blijkbaar géén meewerkend voorwerp.Hurm schreef:De Taalprof schrijft een indrukwekkend verhaal, maar ik ben nog niet helemaal overtuigd. Het feit dat 'de reizigers' vroeger in de vierde naamval stond (bij 'verzoeken') en niet in de derde haalt mij wel over. Verder heb ik het idee dat de Prof vooral probeert te overtuigen door dingen erg stellig te zeggen (bv "dit is niet zo"). En hij lijkt zichzelf tegen te spreken:
Dit terwijl het onmogelijk te verklaren is, zo lijkt de Taalprof te vinden, dat het woordje aan hier weggevallen is.
Overigens klinkt de constructie met aan wat mij betreft prima en is
ook al gaat het over taal beslist geen argument.
Of zie ik iets over het hoofd, waaruit echt duidelijk wordt dat de reizigers geen meewerkend voorwerp kan zijn?
Ik heb het verhaal van de Taalprof niet meer helemaal paraat, maar volgens mij zegt hij ook ergens dat je kan zeggen 'Men wordt verzocht ...' 'Men' kan alleen onderwerp zijn, en geen voorwerp. Het zou vreemd zijn als je dan in een meervoud opeens geen onderwerp op die plaats krijgt.Of zie ik iets over het hoofd, waaruit echt duidelijk wordt dat de reizigers geen meewerkend voorwerp kan zijn?
Ik begrijp dat ik appels met peren zat te vergelijken.. Bedankt voor de opheldering.Wat je zegt over die tegenspraak begrijp ik niet goed. Het wegvallen van het voorzetsel aan bij meewerkende voorwerpen is iets heel anders dan het wegvallen van het voorzetsel (of eigenlijk het voornaamwoordelijk bijwoord) bij voorzetselvoorwerpszinnen. Om te beginnen komt het voornaamwoordelijk bijwoord eraan nooit bij een meewerkendvoorwerpszin voor. Verder valt het voorzetsel bij het voorzetselvoorwerp alleen weg in geval van bijzinnen, en bij meewerkende voorwerpen kan het altijd wegvallen (mits het voorwerp op de juiste plaats staat). Of interpreteer ik nu verkeerd wat je zegt?