Excusses voor eventuele taal en schrijffouten:
Artikel 6, Grondwet:
1. Ieder heeft het recht zijn godsdient of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid colgens de wet.
2.De wet kan ter zake van de uitoefening van dit recht buiten gebouwen en besloten plaatsen regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestijding of voorkoming van wanordelijkheden.
Zo'n 20 jaar geleden maakte een dominate godsdienst, genaamd Islam, plaats voor de reguliere godsdiensten. Deze reguliere godsdiensten stierf langzaam uit, omdat de gelovige afstand namen van de overheersende denksstelsels die waren opgelegd, denk maar aan de protocollen die de paus aan de gelovigen hadden opgelegd. Ook het kerkbezoek nam in percentages af, en dit proces is nog steens gaande. De geloofwaardigheid van onze godsdiensten naam steeds sneller af, omdat de wetenschap aantoonde dat de geschiedschrijving in o.a. de bijbel niet klopte met archeologische vondsen, ook de diverse dateringsmethoden klopten niet met de aangenomen feiten in historisch oogpunt. Ook persoonlijke motieven om uit de godsdienst te stappen is hier ook mede verantwoordelijk voor, dat het kerkbezoek afnam. De cutuuruitting die er eerst was, diende ook het maatschappelijk belang. Door een verdere scheiding van staat en kerk, nam het maatschappelijk belang af, tot het 0-punt, dus van cultuuruitting was daardoor geen sprake meer.
Omdat het leek dat we verlost zouden zijn van de godsdienst, zoals wij dat gewend waren, kwam er een niet-westerse godsdienst in de plaats, de islam, waarvan wij weten dat het incasseringsvermogen van gelovigen zeer laag is. Rita Verdonk had dit eens prachtig verwoord. De gebeurtenissen die vanuit de islam worden gebruikt of misbruikt (het is hoe u er tegen aan kijkt), werpen een zware last van anders gelovigen en niet gelovigen, die zich ernstig bedreigd worden door deze dominate en in mijn ogen levensgevaarlijke vijand. Ik noem het een vijand om eens zeer duidelijk te maken, dat we onze ogen niet moeten sluiten voor het feit dat vroeg of laat wij als volk worden overheerst door een niet in een westers land als Nederland, geldende godsdienst. Fundamentalisme vanuit de islam hebben ervoorgezorgd voor de bomaanslagen in Madrid 11-3-2004, het was welliswaar niet vlak bij ons, maar wel in Europa. OP 2-11-2004 was het eindelijk zo ver dat ons land werd geconfronteerd met een godsdienstige aanslag, en jawel, de islam als grondmotief ter rechtvaardiging om ongelovigen uit te moorden.
Persoonlijk ben ik voorstander om de vrijheid van godsdienst, zoals die in de gondwet is opgenomen, af te schaffen, omdat ik van mening ben, dat de godsdienst geen vrijheid is, maar een vrijbrief is tot wangedrag. Ook het bestaansrecht van een fictieve personage "god" hangt aan een zijde draadje, omdat het bestaan van die god niet is aangetoond. Veel gehoorde argumenten van o.a. dat het tegendeel ook niet is aangetoond, lijkt mij een argument van mij-lik-me-versje. Het niet-bestaan van god is in mijn ogen, door grondig onderzoek, logica meer dan een keer aantegetoond. Verder heeft de geschiedenis aangetoond dat geen enkele god of goden ooit hebben bestaan.
Donner was zelfs nog in 2004 om smalende godslastering aan te pakken, dit ter bescherming van de vrijheid van godsdienst en om het incasseringvermogen van niet na-denkende gelovigen nog steviger in het zadel te houden en uiteindelijk een nog grotere vrijbrief te geven tot wangedrag om andersdenken, nietgelovigen, de mond te snoeren, zoniet uit te moorden, om het eigen denkstelstel te blijven handhaven.
Als een god zou bestaan, dan kan ik mijn godslastering wel indenken, aangezien dat niet is, kan er ook geen sprake zijn van lastering.
Afschaffen van de vrijheid van godsdienst is bedoeld om de democratie, de vrijheid van meningsuitting van Nederland te kunnen blijven waarborgen. Afschaffen is ook gerechtvaardigd om het feit dat geen enkele godsdienst een maatschappelijk belang nastreeft of een cultuuruitting is, slechts een individuele beleving. Dus een nog strakkere scheiding tussen staat en kerk is onvermijdelijk. Elke vorm van relieeuze of godsdienstige uittingen dienen dan ook uit het staatbeeld verdwijnen om intergratie tussen alle bevolkingsgroepen nader tot elkaar te brengen.