Moderator: physicalattraction
Bekijk de kracht op de stok eens bij verschillende hoeken. Ontbindt deze kracht eens in een component in het verlengde van de stok en een component loodrecht op de stok. Dat zou toch een voldoende aanwijzing moeten zijn om tot het juiste antwoord te komen,Men laat de stok, met de munt op het uiteinde, uit horizontale positie vallen. De vraag is nu als de stok de verticale positie bereikt zal dan ook op dit moment de munt de grond raken of niet.
Beter maar niet, een stok is geen mathematische maar een fysische slinger:De lat met lengte L kan als puntmassa worden beschouwd,
Voor een mathematische slinger dus ongeveer met een factor 1,4 , eigenlijk geen idee of dat voor een fysische meer of minder zal zijn. Maar veronderstellen we dat die 1,4 ook hier correct is en brengen we die óók onder het wortelteken:Amplification of period factor of a pendulum for growing angular amplitude.
For little oscilations factor is approximately 1 but it tends to infinity for angles near π (180º).
Dat vertellen ze er voor het gemak niet bij, bij ons op school (of in de Binas of Samengevat wat dat betreft).Jan van de Velde schreef:Verder is de gebruikte formule (ook die van de mathematische slinger die jij gebruikte) een benadering die een zeer geringe uitwijkingshoek veronderstelt. De invloed van de hier wel extreme uitwijking in het begin maakt de trillingstijd echter aanmerkelijk langer:
http://en.wikipedia.org/wiki/Pendulum
Je had dat in principe ook netjes opgelost.Heh, het leek zo simpel.
Da's nou jammer, dat werd er in onze tijd wél expliciet bij gezegd (en werd ons vervolgens verzekerd dat we daar niet op gepakt zouden worden op VWO-niveau)Dat vertellen ze er voor het gemak niet bij, bij ons op school (of in de Binas of Samengevat wat dat betreft).
hier heb je nóg wat leesvoer over grote uitwijkingen:Ik heb iig weer wat om door te lezen
Inderdaad jammer. Je vraagt je dan toch af hoe vaak dit soort dingen voorkomen. M'n leraar zal het vast niet bewust achterwege hebben gelaten, maar de schrijvers van leerboeken is toch wel wat aan te rekenen. Ik ben wat dat betreft blij dat ik klaar ben met het vwo.Da's nou jammer, dat werd er in onze tijd wél expliciet bij gezegd (en werd ons vervolgens verzekerd dat we daar niet op gepakt zouden worden op VWO-niveau)
Dankje.hier heb je nóg wat leesvoer over grote uitwijkingen:
http://www.natuurkunde.nl/vraagbaak/view.d...requestId=15521
Dat is niet zomaar te zeggen, denk ik.En ik moet even om een betere leesbril, de factor is niet 1,4 maar ongeveer 1,2.
\(t=\frac{T}{4}=\frac{1,2\cdot \pi}{2} \sqrt{\frac{2L}{3g}}=\sqrt{\frac{1,44 \cdot \pi ^2}{4} \frac{2L}{3g}} \approx \sqrt{\frac{2,36L}{g}}\)wordt het toch nog een beetje spannend of die factor 1,2 die ik van de mathematische slinger leen ook voor een fysische slinger geldt....
Zo goed als dat voor die mathematische slinger te bepalen is, zo moet dat voor de fysische óók te doen zijn, zo'n ingewikkeld apparaat is dat niet. Ik heb echter helaas de wiskunde daarvoor niet in huis.Dat is niet zomaar te zeggen, denk ik.wordt het toch nog een beetje spannend of die factor 1,2 die ik van de mathematische slinger leen ook voor een fysische slinger geldt....
You ain't seen nothing yet....Overigens vind ik het vrij bizar hoe ingewikkeld het is om zo'n eenvoudige beweging te beschrijven.
Zie ook hier.Jan van de Velde schreef:hier heb je nóg wat leesvoer over grote uitwijkingen:
http://www.natuurkunde.nl/vraagbaak/view.d...requestId=15521