hele slimme meneer schreef:zou dit bijvoorbeeld beter zijn?:
ik zit altijd aan de andere kant
opgesloten achter het glas
en ook al sta je vlak naast me
is er een muur die mij van jouw gescheiden houdt (<--- met 'dt'? lol
)
Hier gebruik je "muur" eigenlijk weer als metafoor voor de glazen wand, die zelf al een metafoor was.
Nog even terug naar het verhaal van Lakoff/Turner:
Wat is de situatie die ik wil beschrijven, welke situatie gebruik ik daarvoor als metafoor? (domeinbepaling):
De situatie die je wilt beschrijven is:
ik voel me afgesloten van de buitenwereld. Dat is je
doeldomein (target domain).
De situatie die je wilt gebruiken om je doeldomein te beschrijven is:
ik leef achter glas. Dat is je
brondomein (source domain).
Beide domeinen moeten
binnenin een logische structuur hebben. De elementen binnen een domein moeten bij elkaar horen, "kloppen".
Structuurbepaling van het doeldomein
Wat zijn de elementen die ik wil beschrijven binnen het doeldomein ik voel me afgesloten van de buitenwereld?
De elementen die je zou kunnen/willen beschrijven voor de situatie "ik voel me afgesloten van de buitenwereld" (doeldomein) zijn:
- Ik voel me nooit een deel van de buitenwereld
- Ik kan maar moeilijk met mensen communiceren, heb nooit ECHT contact
- Als ik me slecht voel wordt het gevoel van "afgesloten zijn" nog erger
- Ik zou zo graag weer deel worden van de buitenwereld
Dit vormt nu je structuur van het doeldomein. Nu gaan we proberen daarbij passende elementen te zoeken uit je brondomein, nl. de situatie "ik leef achter glas":
Structuurbepaling van het brondomein
Wat zijn passende elementen uit het brondomein ik leef achter glas die ik kan gebruiken?
- Ik sta altijd aan de andere kant van het glas
- We zien elkaar, maar kunnen elkaar niet aanraken
- Regendruppels (op de ruit) maken dat ik je haast niet meer zie
- Ik zou willen dat ik het glas zou kunnen breken
Dit maakt je metafoor overzichtelijk. a. uit het doeldomein past bij a. uit het brondomein, b. past bij b., etc.
Binnen beide domeinen zijn a, b, c en d elementen die logisch bij elkaar passen. Het zoeken van elementen uit je brondomein, die passen bij de elementen (de structuur) van het doeldomein heet "mapping" (lett: een kaart maken). Zo bepaal je feitelijk dan ook uiteindelijk de structuur van je brondomein (want je hebt de elementen van je brondomein bepaald aan de hand van de elementen uit je doeldomein).
---------------------------------------
Wat je voorbeelden betreft denk ik dat het gebruik van een metafoor
binnen een domein
zelf het geheel onoverzichtelijker maakt, omdat je de 1 op 1 verhouding gaat verliezen (a. past bij a., b. past bij b. etc.)
De muur die je in je laatste voorbeeld noemt is eigenlijk een metafoor van het glas en dus een metafoor
binnen je brondomein (ik leef achter glas).
Bij Reznor was "ik zit opgesloten in mijn hoofd" eigenlijk al een metafoor voor "ik kan slecht contact maken" en gebruikte hij dus een metafoor
binnen zijn doeldomein (ik voel me afgesloten van de buitenwereld). De tralies uit het brondomein werd daarmee een metafoor van een metafoor.