Maar dan snap ik die -t- niet, doek is immers met een d. Wat natuurlijk wel zou kunnen is dat omwille van die stemhebbende n er een contrasterende stemloze t achter wordt gezet, om het onderscheid scherper te maken (dissimilatie), maar dit lijkt mij net weer te vergezocht, ook al omdat het vergelijkbare gevallen niet verklaart.
Een 'd' wordt al gauw een 't' qua uitspraak, zeker als ze midden in een woord voorkomt.
Zou een Antwerpenaar een vaatdoek niet ook een vaattoek noemen? Ik heb dat woord wel nog nooit uit Antwerpse mond mogen beluisteren, maar ik zou veronderstellen van wel.
Ja, maar als iemand een woord uitspreekt dat hij nog nooit heeft gebruikt, dan heb je weinig kans op een dialectische verbastering. Een echte Antwerpenaar zegt '(h)an-toek' (de 'h' wordt niet altijd helemaal weggelaten.) en zal zich ongemakkelijk voelen bij een woord als 'vaatdoek'.
Als ik nu het woord uitspreek, dan merk ik wel een neiging op er inderdaad 'vaattoek' van te maken. Maar het klinkt zo belachelijk.