Ik deed een kleine test met een ronde kunststof staaf en kon die,door met de vingers (en armen) de momentenkracht langzaam op te voeren, er een cirkelvorm mee maken.
Dat zou inhouden dat dus de factor IE en lengte van de buis hier een rol in spelen en bij een aanwezige E dus alleen de I en de L van invloed zijn op de twee koppels aan de uiteinden van de staat en omgekeerd bij een statische I de E een rol speelt.
Je komt hier op het terrein van verenstaal;uit de vakliteratuur kom ik aan een max. rek tot ca. 10-12% (5d)
Een hoekverdraaiing bepalen met de gangbare formules in de statica lijkt me moeilijk.
Als je het midden van de staaf als ingeklemde factor neemt,begint van daar uit de doorbuiging van het einde van een deel van de staaf.
Die doorbuiging moet volgens de statica-regels cirkelvormig zijn;heb je een ombuiging verkregen van de halve staaf (neem die aan als 0.5L),dan heeft de ontstane boog een straal van .25*pi* .5L = .125*pi*L= 0.3927 *L,onder voorwaarde,dat ook de tussentijdsvervorming cirkelvormig is.
Je hebt nog niet het max. koppel op dat punt bereikt.
Wat moet je nu aannemen als hoekverdraaiing bij de inklemming in deze situatie ,0 gr.,45 gr.of wat dan ook
Is de buiging voltooid,dan heeft de ontstane boog een halve cirkelvorm voor de halve lengte en -ik heb daar geen trek in- kun je de diameter daarvan berekenen.
Het lijkt me niet eenvoudig om achter de waarheid te komen en in hoeverre meneer Euler hier met zijn theorien een rol speelt.
Bij Euler treden er evenwichten in constructies op,dat zou in dit geval een samenvoeging van de staafeinden met de erop werkende koppels,die bij vastlassen (of wat dan ook) een permanent aanwezige veerkracht/trekkracht in die rondgebogen staaf achterlaat.
Bij het weer in zijn originele staat terugbrengen,wordt die opgeroepen veerkracht opgeheven.
De topichouder heeft wel een intrigerend probleem op tafel gelegd,we zijn daar nog niet uit tot heden!