Ik kan me hierin wel vinden. Maar misschien beschrijft Alexander H. het hier niet helemaal duidelijk.Het gaat erom dat de scheiding tussen staat en kerk nog groter wordt, dan nu het geval is. Vrijheid van godsdienst staat dit in de weg. Met het opheffen van deze vrijheid, kan wangedrag en ondeugdelijk denkwerk beter bestreden worden. Ik ben persoonlijk voor gelijkheid voor iedere Nederlandse burger, en in de godsdienst is er geen sprake van gelijkheid, alleen ongelijkheid. Laat ik duidelijk beklemmen: gelijkheid van godsdiensten of door een enkele godsdienst, is gelijkheid onrealistisch, en kan ook door de onderlinge verschillen ook niet gerealiseerd worden.
De basis van een godsdients is dat er een absolute waarheid is (bijvoorbeeld die van een god, goden, een geschrift). volgens een godsdienst zijn er dus mensen die een waarheid hebben en mensen die er naast zitten (bijvoorbeeld de ongelovigen of degenen van een ander geloof). Er zijn ook tolerante godsdiensten, maar uiteindelijk bezien zij zichzelf ook als de ware godsdienst en zitten de getolereerden er feitelijk toch (een beetje) naast. Complete gelijkheid vanuit het oogpunt van een godsdienst is dus feitelijk onmogelijk.
Alle levensovertuigingen of godsdiensten zijn in feite metafysische ideeen. Laat me, Alexanders stuk, proberen te beschrijven met andere worden:
=Het is een zeer belangrijk recht van mensen om hun godsdient in vrijheid te beleven. Een godsdienst is een levensovertuiging. Geen enkele levensovertuiging verdient echter een speciale status. Alle levensovertuigingen dienen de zelfde vrijheiden te genieten. Slechts de overtuigingen die andere overtuigingen willen verbieden dienen verboden te worden.=
Daarom verdient een godsdienst, naast andere meningen, geen speciale erkentenis. 'Wie' bepaald immers 'wat' en 'wanneer' er sprake is van een godsdienst en wanneer niet. Om deze vragen voorkomen bepleit Alexander H. volgens mij dat vrijheid van godsdienst valt onder vrijheid van meningsuiting en dat er geen speciale clausule nodig is voor godsdienst vrijheid. Twee mensen doen dezelfde uitspraak, een namens een godsdients een andere namens zijn zichzelf en eigen denkbeelden, het lijkt mij dat zij volgens de zelfde criteria aangesproken dienen te worden.
Een godsdienst heeft wellicht speciale behoeften (zoals een plek [tempel]en het oproepen tot gebed [kerkklokken]), een gemeente zou dit ook kunnen aanpakken met geldende normen volgens geluidshinder, etc.