Dat is een drogargument. Het is alleen maar een cirkel die doorbroken moet worden. Het aantal sprekers stelt nú op wereldvlak inderdaad niets voor (het wordt geschat op 100.000 tot 2 miljoen) maar áls er maar genoeg mensen eraan zouden willen beginnen, lost dat probleem zichzelf op. Er zouden dan steeds meer mensen het gaan gebruiken, met als logisch gevolg dat ook steeds meer mensen het zouden willen leren: een sneeuwbaleffect. Het is een bekende regel uit de IT dat de waarde van een netwerk toeneemt naarmate het fijnmaziger is. In de begintijd van bijvoorbeeld de telefoon dachten veel mensen ook: "Wat maakt het nu uit dat ik zo'n ding koop, (bijna) niemand heeft er een dus heb ik er niets aan." Als men dat zo had blijven redeneren hadden nu nog steeds maar heel weinig mensen een telefoon. Maar bij de telefoon is het blijkbaar gelukt deze cirkel te doorbreken, dus moet dat ook met Esperanto kunnen.Uhm, wacht even.... Dus om te voorkomen dat honderden miljoenen -dan tel ik nog alleen de native speakers- geen moeite zouden hoeven doen om een wereldtaal te leren, zou je liever voor een random andere taal kiezen die (in verhouding) door geen hond wordt gesproken...?
Voor de Engelstaligen zou het een klein nadeel zijn, maar voor niet-Engelstaligen een groot voordeel, want het Esperanto is oneindig veel gemakkelijker te leren, en bovendien ook nog eens politiek neutraal.Wat zou precies het voordeel zijn van het ontnemen van een voordeel van zo'n grote groep? Daar schiet toch he-le-maal niemand iets mee op?
Wat jij nu doet, is een vraag met een vraag beantwoorden. Ik vraag: "Wat maakt dat het Engels het recht heeft wereldtaal te zijn?", en wat jij daarop antwoordt is een lange uitleg voor: "Dat het de wereldtaal is.""DAT er nood is aan een wereldtaal, daar ben ik het volledig mee eens. Maar, wat maakt nu dat precies het ENGELS dat recht heeft, en geen andere taal?"
Nou,
Rogier schreef (op 14 January 2009, 23:04): *
Afgezien van het feit dat Engels door VEEL meer mensen wordt gesproken, zijn digitale informatiebronnen (de enige die er vandaag de dag nog echt toe doen, zeg maar) en communicatiefaciliteiten (idem) veruit het meest beschikbaar in en gebouwd op het Engels.
Het veránderen zou inderdaad nogal wat werk, tijd en geld kosten, maar eens het gebeurd is, zouden de voordelen heel snel terugverdiend zijn. Het is bijvoorbeeld veel moeilijker Engelstalige kinderen (goed) te leren lezen en schrijven dan bijvoorbeeld Italiaanse of Spaansen, doordat de spelling zo moeilijk is. Ga eens hiernaar en hiernaar.Dit veranderen zou massa's werk, tijd en geld kosten, en ons meteen een flinke taalbarrière en achterstand opleveren in internationale informatievoorziening.
De Britten schatten dat hun onregelmatige spelling hun een half jaar van hun ontwikkeling kost, vergeleken met wanneer zij een regelmatige spelling hadden.
de Engelse spelling is zo moeilijk dat in het
onderwijs eerst een voorlopige vereenvoudigde versie
wordt aangeleerd. En dan nog blijkt uit het
Pisa-onderzoek dat kinderen die in het Engels hebben
leren schrijven jaren later nog altijd taalachterstend
vertonen. Ik twijfel er sterk aan of de gemiddelde
Engelstalige beter spelt dan de gemiddelde
Nederlandstalige, overigens.
Dat is het enige argument dat ik een beetje op iets vind lijken. Maar daar bestaan oplossingen voor. De letters met een accent erop vervangen door twee letters bijvoorbeeld. Of het accent gewoon weglaten. De spelling wordt dan wel iets minder regelmatig, maar dat kan geen probleem zijn, want zelfs dan is ze nog altijd oneidig veel gemakkelijker dan die van het Engels, waar 40 klanken op meer dan 1000 verschillende manieren worden geschreven, en daar hebben de "Nederlandstalige" Engels-aanbidders geen enkel probleem mee.Verder nog een technisch argument: Esperanto bevat een aantal onhandige dingen, zoals een ĝ (g met een dakje) en ŭ (u met een half cirkeltje) wat weer het nodige gezeik gaat opleveren met mensen die dat niet kunnen intypen, correct in hun email kunnen zetten of in hun browser weergeven.
In mijn ogen zijn jullie gewoon, zoals zoveel "Nederlands"-taligen, gehersenspoeld door het gedreun van de Engelstalige pop- en amusementsindustrie, de alles-verslindende Amerikaanse Coca-Cola- en Disneyland-pletwals, zodat je over het Engels geen kwaad woord wil horen.