Benedict,
Wees niet bevreesd, ik zal mijn zwijgen niet met angstwekkende razernij doorbreken.
Om alle misverstanden te voorkomen, met mijn verwijzen naar Klukhuhns metapositie' bedoel ik natuurlijk niet te zeggen dat daarmee alsnog een letterlijke adequate geschiedschrijving in beeld komt. Maar ik bedoel ermee te zeggen dat een groter inzicht in het effect van die kenwijzen, in het je aldus verwerven van een metapositie ten opzichte van die kenwijzen, zal helpen.
Ik ken het werk van Klukhuhn slechts van horen zeggen. Ik kan er waarschijnlijk weinig zinnigs over zeggen. Uit jouw woorden maak ik op dat Klukhuhn de weg wil wijzen naar een metapositie. Dat lijkt me zeer gecompliceerd omdat je je mogelijk kunt afvragen of een dergelijke metapositie niet ook een kenwijze veronderstelt die op enigerlei wijze in te passen valt in de door Klukhuhn voorgestelde dichotomie of zichzelf daarentegen als nieuwe, concurrerende kenwijze met een geheel eigen problematiek weet te presenteren. Wellicht weet je hier iets meer over te vertellen?
Het is trouwens de vraag of het wel mogelijk is geheel uit je eigen subjectiviteit te treden, zozeer als je daaraan zit vastgeklonken of er in bestaat. Maar een beter besef van eigen mentaliteit en ervaren zal helpen geschiedenis inclusief andere mentaliteit en ervaren beter te doorgronden. Ongeveer zoals een psychoanalyse zal helpen bij het beter kunnen doorgronden van andermans mentale processen.
Bedoel je het niet eerder andersom? De geschiedenis zal helpen om een beter besef van de eigen mentaliteit en wijze van ervaren te verkrijgen?
De geschiedenis en daar ben ik van overtuigd, is de meest intellectuele -meer nog dan de filosofie- discipline binnen het pantheon van de wetenschappen. Het is tevens de meest problematische, onder meer door de kwestie van afwezigheid van het onderzoeksobject en het daaraan gerelateerde vraagstuk van objectiviteit/subjectiviteit. Tevens, en dat brengt mij bij de kern van mijn stelling, is het de discipline die ons het best in staat stelt om inzicht te verschaffen in onze identiteit en de daaraan gerelateerde veranderlijkheid van onze leefwereld. Historisch besef is een noodzakelijke voorwaarde voor de continuïteit van een gemeenschap en sui generis voor het politieke handelen. Het opgenomen zijn van een historicus in de geschiedenis en in de eigen gemeenschap maakt dat de geschiedschrijving moeilijker in kaart te brengen is -en een gewichtiger wetenschappelijke discipline is- dan de sociologische, psychologische en natuurwetenschappen.
Helaas laten veel mensen -ook academisch geschoolden- het afweten wanneer het op enig historisch besef aankomt. Voor hen is de geschiedenis vaak niet meer dan een optelsom van historische feiten die je eventueel op een exact wetenschappelijke wijze kunt vaststellen. Soms wordt zelfs verkondigd dat het een zinloze bezigheid is. Waarom zou je je immers bezighouden met iets dat geweest is?
Gevaarlijke naïviteiten spoken er soms rond; ook in het academische landschap...
Benedict Broere schreef:Er is trouwens nog een gegeven dat ons verhindert tot een adequate of objectieve geschiedschrijving te voorkomen, en dat is natuurlijk het effect van belangen: de belangen die men heeft bij wat er nu precies als geschiedenis in beeld komt.
Een schrijnend voorbeeld daarvan recentelijk is natuurlijk die Williamson die de Holocaust ontkent en dit waarschijnlijk vanuit het idee dat deze gebeurtenis een te zware belasting betekent voor een katholicisme dat eeuwenlang gekenmerkt is geweest door sentimenten van anti-semitisme. Met andere woorden: het mag niet waar zijn, dus moet het ontkend worden, geridiculiseerd worden. Ik gebruik hier trouwens de woorden is geweest, omdat het maar net gisteren was dat de paus nog eens helder en ten overstaan van joods leiderschap bevestigde dat de ontkenning van de Holocaust, de Shoa, zeer ongepast is. Waarbij het maar te hopen is dat dit deep-down ook daadwerkelijk is doorgekomen.
Andere voorbeelden zijn natuurlijk die van de ontkenning van de Armeense Genocide in Turkije, de ontkenning van de oorlogsmisdaden in Japan (er is niets over te vinden in de schoolboekjes), en de ontkenning van de misdaden van Mao in China (de man wordt vereerd als een God maar wordt elders verantwoordelijk gesteld voor 60 miljoen doden).
Inderdaad, een exemplarisch voorbeeld is natuurlijk ook de marxistisch-leninistische geschiedschrijving van de Sovjet Unie.
Historici die hun academische discipline ten overstaan van de staat moesten kunnen verantwoorden. Pieter Geyl heeft daar eertijds interessante en rake dingen over geschreven.
De volgende punten (voor de duidelijkheid voorzien van nummering) ga ik nog even op in. Ik zal me daarbij voor zover mogelijk, de rol van de advocaat van de duivel aanmeten.
Benedict Broere schreef:Samenvattend, waarom is adequate en objectieve en historicistische geschiedschrijving onmogelijk?
1- De gebeurtenissen zijn complex, alleen te vatten in reconstructies en abstracties;
2- Het betreft een chaotisch proces, vol onvoorspelbaarheid;
3- Je bekijkt geschiedenis steeds maar vanuit een diepe verwevenheid van subjectiviteit, bestaande interpretaties en cultuur in het algemeen (Dilthey);
4- De verschillende kenwijzen die neigen tot verschillende interpretaties (Klukhuhn);
5- De belangen, die neigen tot het verdonkeremanen van ongewenste geschiedenis, of althans het drastisch bijkleuren daarvan tot acceptabele geschiedenis.
1- Ja, gebeurtenissen zijn complex maar dat betekent niet automatisch dat de daaruit resulterende reconstructies en abstracties noodzakelijkerwijs subjectief zouden zijn. Ook de exacte wetenschappen werken met modellen en abstracties. We zijn niet snel geneigd om de resultaten van deze wetenschappen af te doen als subjectief. Dit hoeft dan ook niet voor de geschiedschrijving te gelden.
2- Juist, maar ook hier geldt dat we een ordening aanbrengen die zelf mogelijk best als objectief beschreven kan worden. Ook natuurwetenschappers brengen ordening aan in de fysieke wereld en ook met de evolutietheorie valt weinig te voorspellen.
3-Inderdaad, vanuit de hermeneutiek (Dilthey, maar vooral ook Gadamer) kunnen we stellen dat geschiedenis interpreteren is en dat we vanuit de ene interpretatie besluiten tot de volgende interpretatie. Geschiedenis wordt hier voorgesteld als een voortgaand gesprek waar vooroordelen (lees: 'interpretaties) telkens ons vertrekpunt vormen.
4-Zie de opening van dit bericht. Wil ik hier nog bij aantekenen dat een meer fysicalistische en materialistische kenwijze niet de meest uitgelezen middel is om tot een verstaan van het verleden te komen. Het levert normaliter gortdroge jaren '60 en '70 beschouwingen op over hoeveel ton graanoverslag er bijv. plaatsvond in de havens van het 17-de eeuwse Amsterdam. Misschien niet geheel onbelangrijk maar hooguit een middel (en nooit een doel!) om tot een meer narrativitische en veelzeggende visie op dat verleden te komen.
5- Dat zou ons juist moeten bewegen om toch tot een zekere mate van objectiviteit te komen. Zeker waar er tegenwoordig sprake is van internationalisering zou dit de uitwisseling van verschillende visies (en deze daarmee aan kritiek blootstellen) kunnen bevorderen. Ook hier geldt dus dat het niet direct een argument tegen de mogelijkheid van een objectieve geschiedschrijving zelf is. Des te meer omdat jouw punt in de eerste plaats uitgaat van een wantrouwen en niet van de mogelijkheid om bepaalde gevoelige zaken juist bespreekbaar te maken door het te 'objectiveren'. M.a.w. het zijn vaak de historici die als eerste tot nieuwe en meer van afstand (objectieve) bekeken visies komen op ons troebele en soms donkere verleden. Denk daarbij aan het Goldhagen debat. Het is denk ik interessant om te zien in hoeverre dat debat zich heeft laten leiden door de vraag wat er nu
werkelijk in nazi-Duitsland aan de was.
Wetenschap is geen geschiedenis van idealen maar van successen.