Waarom is deze vraag specifiek aan mij gericht?
Omdat ik van jou weet dat je meestal genuanceerder bent.
Zou je alvorens ik eventueel met verdere argumenten kom, kunnen aangeven waar zich de de door jouw aangetroffen tegenstelling in mijn stukje tekst huist?
Natuurlijk. Hier schrijf je:
Alles wat we weten over de werkelijkheid is 'gesimuleerde' kennis.
en even later schrijf je:
Echter; er is één manier waarvan we niet zouden kunnen zeggen dat deze gesimuleerd is.
Met gesimuleerde kennis (een gelegenheidsbegrip voor mijn reactie binnen dit topic) wil ik aangeven dat onze kennis van de wereld een kunstmatig karakter heeft. Kennis en het accumuleren daarvan is per definitie mensenwerk en als zodanig een toevallig, contingent gegeven. We zouden onze kennis immers ook geheel anders kunnen formuleren. Wat we met onze kennis niet kunnen is de ware aard van de dingen -de werkelijkheid- openbaren. Met het toepassen van kennis om de wereld te duiden begeven we ons per definitie in een gesimuleerde en kunstmatige wereld. Het is dit contingente, historische én modelmatige karakter van onze kennis van de werkelijkheid dat maakt dat het simulatief is. Zelf vind ik simulatie niet het mooiste woord maar ik pas me enigszins aan aan het onderwerp dat hier besproken wordt. Dat is de reden waarom ik van 'gesimuleerde' kennis sprak. Merk trouwens het consequente gebruik van aanhalingstekens op!
Goed opgemerkt dat kennistheorie veel invloed heeft op discussie omtrent de simulatie van een werkelijkheid. Bedenk wel dat er meer houdingen zijn tegenover kennis dan de door jouw weergegeven houding. Sommigen zien in kennis juist wel de ware aard van de dingen. Het idee van een gesimuleerde werkelijkheid komt voort uit een bepaalde kennistheorie. Ik denk dat het meer nut heeft de theorien te bespreken, dan elke explicatie afzonderlijk. Zie ook deze
post. Woorden die ik associeer met simulatie zijn: nabootsing, illusie, dualisme. Simulatie is niet het mooiste woord, omdat het de lading van het topic niet geheel dekt, maar ik denk dat het beter er aan vast te houden.
theoriegeladen schreef (op 17 February 2009, 21:12):
Dan vraag ik me af wat gedeelde communicatieve wereld is. Is dat je ideen van een gesimuleerde leefomgeving?
Onze talige wereld waarin het individu zich opgenomen weet in een gemeenschap in de meest brede zin van dat woord. Het is in deze talige, communicatieve wereld waarin we tot uitwisseling en opbouw van kennis kunnen komen.
De vraag was te onduidelijk. Ik vroeg me af wat je aangaf met "gedeelde"? Slaat dat op het simuleren? Is ongedeeld, dan ongesimuleerd?
Strikt genomen denk ik niet dat onze zintuigen iets bevestigen.
Los van wat ik er zelf van denk, impliceer je dit zelf.
Je schrijft namelijk:
er is één manier waarvan we niet zouden kunnen zeggen dat deze gesimuleerd is.
wat een ontkenning is waarna je een alternatief biedt:
Dat is de directe ervaring van de wereld.
wat het tegenovergestelde is van de ontkenning en dus een bevestiging. Er is ruimte voor een derde mogelijkheid. Ik ben benieuwd wat jij als mogelijkheid ziet.
Een direct contact (door de zintuigen mogelijk gemaakt) gaat vooraf aan (talige) kennisvorming. Een ervaring zelf (bijv. de pijnervaring) lijkt mij onbetwijfelbaar en daarmee 'werkelijker' dan kennis van deze ervaring. Je kunt niet zeggen dat een ervaring waar of onwaar is -en dat is een cruciale constatering!- terwijl we dat van kennis wel kunnen zeggen.
Wat bedoel je hier met het 'onhoudbare'?
Ik heb volgens mij niet gesuggereerd dat een simulatie oneindig zou zijn. Dat is bovendien een gedachte waar ik niet zoveel mee kan.
Ik denk dat wat je duidelijk wil maken klopt, maar de innerlijke samenhang van het stukje tekst is er niet. Je wilt aantonen dat bepaalde ervaringen bewijzen dat onze werkelijkheid niet gesimuleerd is. Dat doe je door een hierarchie aan te brengen in de verschillende ervaringen. Je zet de fysieke ervaring voorop. Vervolgens lijk je de premmise uit het oog te verliezen dat alle ervaringen gesimuleerd zijn en daarmee dus ook fysieke.
Natuurlijk is een fysieke waarneming een noodzakelijke kennisbron, derhalve kan zij met de daarbijbehorende emoties in een gesimuleerde werkelijkheid gewoon gesimuleerd zijn. Alleen hebben de in de simulatie afgespeelde gebeurtenissen misschien/waarschijnlijk geen effect op het eigenlijke wezen. Ervaringen kunnen dus wel degelijk betwijfeld worden. Bovendien kan je op basis van een ervaring zeker wel oordelen maken met waarheidswaarde. In de eerste plaats kan je ze bevestigen of ontkennen, maar belangrijker nog, kan je zeggen of ze slechts mogelijk zijn(in het geval van de simulatie) of werkelijk. Het onderscheid dat je maakt tussen fysiek/werkelijk en talig/gesimuleerd is dus zeer regressiegevoelig, omdat ik net heb aangetoond dat de fysieke ervaring ook gesimuleerd kan zijn. Vandaar dat ik refereerde aan onhoudbaar en oneindigheid.
Het gecursiveerde deel beaam ik en beschouw ik maar als een compliment. Bij deze mijn dank daarvoor.
Mag je zo opvatten, maar zie het dan zo. Als het de bedoeling van je was kritisch te zijn, dan is dat gelukt.