Hallo iedereen,
Ik ben Wilhelmijn en ik zit in 1VWO. Ik begrijp deze opdracht niet:
"Een pyknometer heeft met water gevuld een massa van 49,0 g;
gevuld met alcohol een massa van 44,4 g. De dichtheid van
water = 1,0 g / cm^3. De dichtheid van alcohol = 0,8 g/cm^3.
Bepaal het volume en de massa van de pyknometer."
Misschien dat ik iets heel onnozels over het hoofd zie, maar ik
weet even niet hoe ik dit moet oplossen.