theoriegeladen schreef:Ik denk niet dat ik je vraag kan beantwoorden in je eigen terminologie, maar ik wil mijn gedachtes best met je delen.
Ik denk dat jij je afvraagt wanneer de mens is begonnen met winnen en de tegenpartij het veld moest ruimen. Laat ik eerst stellen dat wij daarvoor een bepaald "voordeel" hebben gehad. Denk daarbij aan het "Platoonse" voordeel waarvan ik aanneem dat je dat kent, omdat ik zelf nurture moest wikien en aldaar las dat het onderscheid tussen nurture en nature minder expliciet maar ook bij hem al aanwezig was.
Goed. Door te stellen dat wij een voordeel hadden, verlegde ik eigenlijk alleen maar het probleem, omdat ik aanneem dat "zij"met het voordeel de wedstrijd (meestal) zullen winnen. De vraag is dus eigenlijk waarom hadden wij een voordeel en waarom bracht dat het geheel uit balans; waarom hadden anderen een beperking?
Je gaf eerder al aan dat je macht niet prevaleerde als antwoord, hoewel ik vind dat het een redelijke optie is voor de beantwoording van je vraag. Daarom zal ik je een ander antwoord geven, maar ik weet van te voren natuurlijk niet wat jij daarvan zal vinden. Om zelf ook macht niet als prevalerend antwoord te zien sluit ik mij nogmaals aan bij Plato: rechtvaardigheid is niet het voordeel van de sterktste; rechtvaardigheid is een voordeel. Kortom, wie niet sterk is, moet slim zijn. Bij wat jij nature noemt, komt "sterk zijn" natuurlijk goed van pas. Immers, sterke jagers en verzamelaars hebben een voordeel boven zij die minder sterk zijn. Maar in nature hebben slimme jagers en verzamelaars datzelfde voordeel, sterker nog(leuke woordspeling), meer voordeel; zij hadden meer, maar de sterken konden door hun kracht dit lekker afpakken. Op die manier fluctueerde het voordeel steeds tussen de sterken en de slimmen. Uit jouw post maak ik op dat uiteindelijk de slimmen het pleit hebben beslecht(nog een leuke woordspeling) en met fluctueren kom ik uit bij waar ik wil beginnen met mijn idee van het waarom van disbalans.
Ik denk dat disbalans een beeld weergeeft van een situatie die zou moeten zijn en niet van het beeld dat correspondeert met het bestaan. Vergelijk het met twee bakken water waartussen water stroomt. Om onduidelijke reden stroomt het water niet altijd even hard waardoor er niet altijd evenveel water in beide bakken zit. Op natuurkundige wijze kan je dan vaststellen op welke momenten hoeveel water beide bakken vult. Ook kan je zien wanneer er een symetrische balans "heerst" in de bakken. Als je al het leven in ogenschouw neemt en alle soorten telt kan je ook iets dergelijks vaststellen; je kan namelijk tellen hoeveel exemplaren er zijn van elke soort. Stel dat er 10 soorten met elk 10 exemplaren dan kan je vaststellen dat er een kwantitatief evenwicht is. Kwalitatief gaat deze orde echter niet op, 1 exemplaar leeuw eet al 20 exemplaren lam. Dus na vijf exemplaren leeuw is er weinig ruimte over voor andere soorten. Kwaliteit bepaalt dus de kwantiteit; om die reden is er heel veel gras.
En nu komt mijn antwoord op je vraag. Dit gras is er niet voor de lammeren, maar de lammeren zijn er door het gras; zie bv ook "no guts no glory". Ons bestaan is niet een disbalans omdat de oorzaken(het gras in het voorbeeld van de lammeren) van ons bestaan juist dat nadeel hebben dat voor ons het beeld is van wat zou moeten zijn en er dus voordeel van hebben dat wij roofbouw plegen en misschien verdwijnen. Het gras is een beeld van wat moet zij en de disbalans is aldus een beeld van wat zou moeten zijn, omdat zij een egocentrisch beeld geeft van een wereld met ons. De disbalans zit er dus in dat wij onzelf belangrijker vinden dat datgeen waarop ons bestaan is geent en niet in het feit dat wij overheersen. Op gedragsniveau is dus voordeel belangrijker dan de kracht, maar op dna-niveau omgekeerd en is de overheersing belangrijker dan het voordeel.
Ik probeer je te volgen, en als ik het goed begrijp komt het hierop neer:
Er is geen disbalans, disbalans is een mis-perceptie van ons egocentrisch beeld, want want is (hoe het nu is), is hoe het moet zijn, anders zou het niet zo zijn. Er is geen sprake van overheersing, dingen zijn er niet voor Ons, maar dingen zijn er, waardoor wij er zijn.
Klopt dit? en zoja, mijn vervolgvraag:
Uitbouwend op deze analyse, wij zijn er dus doordat andere dingen zijn, we zijn resultaat/gevolg, ipv onderwerp. Als wij onszelf dus niet meer belangrijker zouden vinden an datgeen waarop ons bestaan is geent dan zou het probleem volgens jou opgelost zijn? En hoe is het dan mogelijk dat wij, met al onze intelligentie niet in staat zijn dit in te zien?
Klopt dit niet? zou je het dan nog iets kunnen verduidelijken:)
Tot slot nog even over macht:
Waarom verwerp ik je macht-theorie. Vuur heeft ons inderdaad macht gebracht. Maar hoe kan het dat wij op een bepaald moment op zoek zijn gegaan naar macht, zonder macht zouden we misschien wel beter af zijn geweest. Macht zou de oorzaak kunnen zijn geweest maar dan is mijn wezenlijke vraag niet beantwoord. Ik wil namelijk niet weten waardoor het komt dat wij ons zo ontwikkeld hebben, maar veel meer hoe het mogelijk is. HOe hebben wij kunnen vervallen voor de verlokkingen van uitgaande hiervan, de macht. Hoe kan het dat het 'ons eigen' is om daarvoor gevallen te zijn. Terwijl we daar op de lange termijn misschien wel meer schade dan goed mee hebben gedaan.