Binnenkort moet een 29-jarige Tilburger zich bij de politierechter verantwoorden voor het -al weer enkele jaren geleden- dragen van een T-shirt met daarop (vrijwel) het politielogo in combinatie met het woord 'corrupt'. De zaak zou -zo begrijp ik- worden geseponeerd doch het OM heeft dit nagelaten en alsnog besloten tot vervolging over te gaan.
De termijn zal uiteraard mogelijk van invloed zijn op het oordeel van de rechtbank, doch die termijn wil ik buiten beschouwing laten in mijn overwegingen (in dit topic).
Het gaat volgens justitie om belediging. Het is mij onbekend of het belediging van de individuele verbalisant zou betreffen, dan wel om belediging van het instituut politie zou gaan.
Belediging dient opzettelijk te zijn om strafbaar te kunnen zijn. Als er sprake is van een onherroepelijke veroordeling, bijvoorbeeld wegens diefstal, dan is het niet strafbaar -althans is er geen sprake van vervolgbare belediging volgens het Wetboek van Strafrecht- om de persoon in kwestie een dief te noemen. Een onherroepelijke vrijspraak wordt -volgens het Wetboek van Strafrecht- gezien als het niet hebben plaatsgevonden van het eerder ten laste gelegde.
In de vigerende wetsartikelen wordt consequent gesproken over de beledigde als iemand, dat wil zeggen een natuurlijk persoon. In artikel 267 evenwel worden in lid 1 het openbaar gezag, openbaar lichaam, en openbare instelling genoemd. Lid 2 spreekt van een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening. Lid 3 heeft het over het hoofd of een lid van de regering van een bevriende staat.
De Tilburger kan uiteraard de bedoeling hebben gehad met het T-shirt te suggereren dat hij van de politie was en omkoopbaar was. Met zo'n opzet is er geen sprake van opzet tot belediging en zal vrijspraak moeten volgen. Eind goed, al goed.
Ook kan er sprake zijn van een zo duidelijk waarneembare overdrijving dat er van ernst geen sprake meer is. Daarmee zou e.e.a. moeten vallen onder humoristisch bedoelde uitlatingen e.d., en zou vrijspraak moeten volgen. Zo waren er in Heemskerk een kleine twintig jaar geleden T-shirt in omloop met de tekst 'shovelcity', nadat een werknemer van de Hoogovens met relatieproblemen een shovel van drie meter breed en vier meter hoog van het Hoogovensterrein wegnam en daarmee naar het huis van zijn (ex-partner) in Heemskerk reed, onderweg de nodige auto's verwoestende, om uiteindelijk in de schuur tot stilstand te komen.
De Tilburger kan niet van mening zijn dat alle politieagenten corrupt zijn. Hij kent ze immers niet allemaal.
De Tilburger liep op straat, onderweg naar de sigarenboer. Hij heeft dus niet bij het politiebureau demonstratief staan dansen. Hij kon evenmin weten of mocht aannemen dat hij onderweg naar de sigarenboer een agent zou tegenkomen die aanstoot zou nemen aan zijn T-shirt. Dat hij juist de bewuste verbalisant tegenkwam is helemaal toeval. Van een opzettelijke bedoeling om juist de betreffende verbalisant te beledigen kan zo helemaal geen sprake zijn.
Het is een feit dat er agenten onherroepelijk zijn veroordeeld wegens corruptie. Ook zijn in een aantal gevallen agenten onherroepelijk vrijgesproken van de ten laste gelegde corruptie.
Wat dus overblijft is of er sprake is van belediging conform 267 lid 1; i.c. belediging van het openbaar gezag. Artikel 267 betreft slechts het in bepaalde gevallen kunnen opleggen van een hogere gevangenisstraf. De (opzettelijke) belediging, beschreven in de aan artikel 267 voorafgaande artikelen, dient nog steeds aan een persoon gericht te zijn. Het is dus niet mogelijk het instituut politie te beledigen. De Tilburger moet daarom worden vrijgesproken omdat er geen sprake is van een strafbaar feit.