Op een wetenschapsforum mag je jezelf dom noemen, het niet-weten is een belangrijke voorwaarde om wetenschap te kunnen bedrijven. Mijn nickname is door mijzelf gekozen en daar mag je uit afleiden dat ik er geen bezwaar tegen heb om met die nickname met een hoofdletter te worden aangesproken. Domme vragen bestaan ook niet, domme antwoorden wel. Om te 'leren' in de zin van wetenschapsbedrijving zal een mens (zichzelf) regelmatig simpele / domme vragen moeten stellen, zich er overduidelijk van bewust zijn zaken niet te weten. In die zin is mijn nickname een ode aan de essentie van wetenschap, en eerder een compliment. Op dit forum, uiteraard.
Gelukkig heeft een en ander niet in de weg gestaan met de (ex equo) tweede / derde prijs te zijn verblijd van de recentste wetenschapsquiz op dit forum. Zonder google ... Dus op dat punt ben ik niet te beledigen
Mede gezien je verklarende bijdrage en, niet in het minst, de ondertekening van Gers oproep; zie daar, ik heb mijn gemoed in deze gerustgesteld.
Je laatste bijdrage volgend, meen ik dat je nu zelf de badinerende weg in niegt te slaan, die je eerder van respondenten afwees, maar goed, ik volg.
Alinea 2; ik heb nog steeds als het ware mijn eerdere observaties en aanzien van mijn afschuw van het t-shirt op papier staan in mijn ambtelijk verslag en blijf er bij dat ik dat mag vinden en relateren.
Alinea 3; Waarschijnlijk is de gekozen volgorde van misdrijven en overtredingen en de opsomming daarvan veroorzaakt door de volgorde waarin de Grondwet indertijd werd geschreven. In die dagen, 1881 voor W.v.Sr., was belediging van . helemaal geen item, men deed dit toen waarschijnlijk nog niet, net als fotos ongevraagd op het internet publiceren toen niet voorkwam. Het bestond nog niet en nu zal per geval door de rechter geoordeeld moeten worden of een artikel toepasbaar is of niet. Er is, dacht ik, ook toen al gewezen op lacunes in het Strafrecht in verband met de zaak Domela Nieuwenhuis. Socialisten kende de wetgever in 1881 waarschijnlijk officieel ook nog niet
Alinea 4; Opgegroeid in Adam, ontvlood ik deze metropool rond mijn zestiende levensjaar en sedertdien glijden veel Amsterdamse zaken langs mij heen. De teksten die je hier noteert zijn vermoedelijk niet strafbaar, maar op het randje. Zou er staan Het stadsbestuur bestaat uit dieven met de drie kruizen er bij, dan lijkt mij dit wel strafbaar. In de laatste zin van deze alinea zou de heer Cohen waarschijnlijk meer beledigd zijn door vieze gore dan door dief, en dat is dan zijn perceptie in zijn aangifte.
Alinea 5; Hieraan is niets toe te voegen.
Bij alinea 6 heb ik zo mijn bedenkingen tegen deze denktrant. De taak van het OM is toch leiding te geven aan het onderzoek naar strafbare feiten en het instellen van een vervolging van zulke feiten. Het OM is er niet om de te vervolgen feiten niet strafbaar te maken. Ik meen dat steeds geen strafvervolging ondernomen wordt indien tijdens het onderzoek gebleken is van de onschuld van een verdachte. Deze houdt dan namelijk op verdachte te zijn. Het weerleggen van de door het OM aangedragen feiten is de taak van de verdediging. Vervolgens is het aan de rechter om van beide kanten van de zaak iets te vinden en daarover een oordeel uit te spreken. Tijdens de zitting zal de rechter altijd kijken naar de aspecten van algemene aard, waaronder strafbaarheid, en het OM onmiddellijk niet-ontvankelijk verklaren wanneer er niet strafbare (art.1 Sr.) of niet vervolgbare feiten aangedragen worden, laat staan wanneer er geen feiten worden gerelateerd. Het niet door het OM vermelden van ontlastende verklaringen mag (denk ik) ook achterwege blijven wanneer het aantal belastende verklaringen groot genoeg is. Ook hier weer is het de taak van de verdediging juist op ontlastende verklaringen de nadruk te leggen. Wanneer het OM dat ook al doet, soms expres om de verdediging de wind uit de zeilen te nemen, kan de rechter daardoor ook de indruk krijgen dat het allemaal wel mee viel. Kortom, ik meen dat in het onderhavige geval door de constatering en opvolgende relaas gewezen moet worden op de strafbaarheid en niet op een mogelijke grap. Ik ga niet in op de beweringen van mogelijke danwel vermeende partijdigheid of desinteresse van de rechter.
Alinea 7, de quotes van mij; nee, die heb je m.i. niet weerlegd, maar betwist, en ze staan nog steeds in het ambtelijk verslag. De verdediging mag ze kraken wanneer het OM ze wenst te gebruiken in de dagvaarding.
De voorlaatste alinea:
Ik kan met deze constateringen zo weinig, ze zijn te persoonlijk. Wel kan ik, als ik even de verbalisant speel, in het diepst van mijn ziel geraakt zijn wanneer iemand mij tegemoet komt en mij, als politie uniformdrager toont wat hij van mij, en de organisatie waarin ik al, zeg 30 jaar, werk en ik vaak bij nacht en ontij en met gevaar voor mijn eigen veiligheid sta voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid, denkt. Dat pik ik dan niet, ik schreef al eerder; dat shirt beveel ik hem onmiddellijk uit te trekken en daarna begint dit hele verhaal.
Tot slot:
Ik refereer mij aan het oordeel van de rechter en hang daar geen prijskaartje aan.
Inmiddels zijn we zo ver dat vast staat dat aankoop, bezit, en het dragen van het T-shirt niet een voornemen tot opzettelijke belediging met zich mee hoeft te brengen. Wellicht kan iemand in de geschetste situatie toch het merkenrecht om zijn oren krijgen, doch dat zouden we er buiten laten.
Laten we een stap verder gaan, en uit gaan van iemand die het onderhavige T-shirt uitermate beledigend vindt voor elke agent die er mee wordt geconfronteerd. Hij is zich van het (kennelijk beledigende) T-shirt bewust, en draagt het daarom louter als hij alleen thuis is. Als er visite komt, trekt hij er snel even een trui overheen aan.
Op een onverwacht moment gaat de telefoon. Het ziekenhuis meldt dat zijn vrouw een ernstig ongeval heeft gehad. De man bedenkt zich geen moment en spoedt zich op de fiets naar het ziekenhuis. Het T-shirt heeft hij -begrijpelijk- vergeten.
Onderweg wordt hij staande gehouden door een passerende surveillance-auto. Het T-shirt trok de aandacht van de agenten die zich er onmiddellijk beledigd door voelden. Is er dan, omdat hij het T-shirt in het openbare domein droeg, sprake van de opzet tot belediging (al dan niet voortvloeiend uit aankoop, bezit, en het dragen)? Nee.
Ook het dragen van een T-shirt waarvan de drager weet dat het opschrift een beledigend karakter draagt betekent niet vanzelfsprekend dat de drager een voornemen tot opzettelijke belediging heeft gehad. Het gaat immers om de bedoelingen van de degene die het T-shirt draagt.
Jouw en mijn denktrant lijken wezenlijk te verschillen. Jouw denktrant komt neer op 'de agent voelde zich beledigd dus was het de bedoeling van de verdachte om de agent te beledigen' alsmede 'dat het de bedoeling van de verdachte was om de agent te beledigen vloeit voort uit het gegeven dat de agent zich beledigd voelt / met het T-shirt geconfronteerd werd'.
Dat is een gebrekkige redenering die bol staat van aannames en suggestie. Het meest essentiële, namelijk de bedoelingen van de T-shirtdrager, wordt achterwege gelaten en in plaats daarvan wordt iets dat niet meer is dan een een onbewezen en nauwelijks beargumenteerde stelling verkondigd.
Het zou goed zijn als elk mens zich eens in zijn leven geconfronteerd weet met gelogen beschuldigingen, en daarop volgend een machiavellistisch en suggestief opsporingsonderzoek. De officier van justitie die met zekerheid beweert dat het allemaal zo is.
De politie is er voor de opsporing van strafbare feiten maar dat ontslaat de politie niet van de verantwoordelijkheid om gedegen onderzoek te doen, d.w.z. ook naar feiten en omstandigheden die juist in de richting van geen strafbaar feit (door de verdachte) leiden. Om even terug te keren naar het voorbeeld van de man die 's avonds laat met een stoeptegel in de hand bij een gesloten benzinestation wordt aangetroffen, ik lees het proces-verbaal al: 'Wij verbalisanten troffen de verdachte, een slonzige man, aan in de bosjes waar hij zich kennelijk voor ons trachtte te verschuilen. In het benzinestation is al drie keer eerder ingebroken. De daders zijn nooit gevonden. Wel heeft een getuige verklaard een enkele man te hebben zien (weg)lopen. De verdachte was alleen en had een stoeptegel in zijn handen.' Tja. Dat is duidelijke taal, toch? Niet helemaal, want het verhaal van de 'verdachte' luidt anders: 'Ik ben horeca-ondernemer van beroep, op maandag en dinsdag ben ik vrij en ga dan meestal 's avonds laat een stukje wandelen, zo ook op de bewuste dag. Dat ik er vrij slonzig uit zag kan kloppen. Voor mijn werk ben ik altijd tiptop gekleed. Als ik vrij ben trek ik maar wat aan en scheer me meestal niet. Daarbij had ik de bewuste dag in de tuin gewerkt en enkele stoeptegels verlegd. Ik kwam echter één stoeptegel tekort. Tijdens mijn late wandeling zag ik in de bosjes bij het benzinestation een paar stoeptegels liggen. Ik ging de bosjes binnen en pakte een stoeptegel op. Ik had de tegel net in mijn handen toen de politie kwam aanrijden en mij aanhield omdat ik zou hebben willen inbreken in het benzinestation. Dat is volkomen onzin.'
Crux is ook de ontbrekende stoeptegel in de tuin. De politie gaat niet in de tuin kijken omdat daarmee niet in de richting van een strafbaar feit zou worden gewerkt. Maar zelfs als wel wordt geconstateerd dat in de tuin inderdaad een stoeptegel ontbreekt, zou het opvolgende verhaal van de politie nog steeds kunnen luiden 'Om zichzelf een vals alibi te verschaffen heeft verdachte kennelijk (enige tijd) van te voren een stoeptegel uit zijn tuin laten verdwijnen. Daarbij is het algemeen bekend dat de horeca behoorlijk lijdt onder de gevolgen van de financiële crisis'.
Zo zou een onschuldig persoon veroordeeld kunnen worden. De taak van politie is dan weliswaar opsporing van strafbare feiten, doch men eveneens moeten vermijden strafbare feiten op te sporen die er niet zijn. Een onterechte vervolging is uiterst pijnlijk voor de vervolgde, het is alsof er een stoomwals over je heen rijdt. Daar wordt veel te makkelijk over gedacht. Je zou het eens moeten meemaken gradus. En dan zul je onmiddellijk het belang zien van ontlastend onderzoek tijdens het opsporingsonderzoek, en het belang van achterwege laten van stapelingen van suggesties. In Nederland is iemand formeel zogenaamd onschuldig tot het tegendeel is bewezen, in werkelijkheid wordt iemand bij voorbaat schuldig verklaard door politie en justitie. De rechtbank hoeft de bal alleen nog even in te koppen. De rol van de raadsman is maar zeer beperkt. Pas als alles in kannen kruiken is mag hij zijn zegje doen. Je komt er dus niet mee weg om te stellen dat politie en justitie aan de ene kant staat en dat de verdachte een raadsman heeft. Van enig evenwicht is geen sprake en daarom is het zo belangrijk dat politie en justitie zelf voorkomen dat een onschuldig iemand wordt vervolgd en veroordeeld, in plaats van zich eenzijdig en middels halve feiten en suggesties te richten op een mogelijk strafbaar feit. De 'twee van Putten' komt immers uit dergelijk denken voort, en ik durf te stellen dat van de veroordelingen in het strafrecht in minimaal in 40 % een luchtje aan zit, en dat 10 tot 15 % een zodanig luchtje betreft dat er sprake is van een onterechte veroordeling.
Het is jammer dat je ter zake van de rol van de rechter geen uitlatingen doet. In een rechtsstaat is de rechter van evident belang. Doch de rechter kan op geen enkele wijze worden aangesproken op zijn handelen. Ik heb oog voor het gegeven dat de rechter zijn werk in rust en onafhankelijkheid moet kunnen doen, volgens hetgeen in de wet is bepaald. Tegelijk kan het zo zijn dat de rechter zijn werk niet goed doet volgens hetgeen in de wet is bepaald. Het zou niet zo mogen zijn dat de samenleving vervolgens met lege handen staat. Uiteraard gaat het niet om een simpele roep om zwaardere / strengere straffen, maar om basisprincipes van de rechtsstaat.
Met de historie van de Grondwet bedoel je waarschijnlijk historie van het wetboek van strafrecht, dat sinds de invoering een paar keer grondig is gewijzigd (en nog steeds wordt aangepast). Mogelijk viel opzettelijke belediging voor de invoering van het wetboek van strafrecht onder een ander kopje, bijvoorbeeld 'het veroorzaken van overlast'. Ik zou de wetboeken uit die tijd moeten lezen.
Lacunes in het strafrecht: twee jaar na de afschaffing van de doodstraf sloeg ene Hendrik Jut een rijke weduwe dood en weerklonk de roep om herinvoering van de doodstraf. Met kretologie dat met in 1881 nog geen socialisten kende, kan ik niks. Waar het om gaat is Het Koninklijk Huis (instituut) niet (opzettelijk) kan worden beledigd, en dus een lager instituut ook niet. Dat blijft derhalve overeind.
Een T-shirt met de tekst 'Ik houd van pyromanen' zal in de nodige brandweerkazernes rondslingeren, en zo niet dan bevindt het zich wel in de buurt van de echtelijke sponde van menig brandweerman. Wie zo'n T-shirt aantrekt en vervolgens over de markt gaat lopen zou verbaasd zijn: niemand leest het. Er zijn zoveel T-shirts-met-tekst dat teksten niet meer gelezen worden. En wie het wel leest neemt de tekst niet serieus, immers het wemelt van de T-shirts met onzinteksten. Wie er mogelijk wel aanstoot aan zou nemen, is de enkeling wiens huis door een pyromaan in brand werd gestoken.
'Politie corrupt'. Niemand denkt dat de drager van de politie is, ondanks het politielogo op het T-shirt. Ik sluit overigens niet uit dat het T-shirt door de nodige politieambtenaren privé is aangeschaft om er vervolgens in de beslotenheid van de rechercheburelen of de kantine mee rond te lopen.
Natuurlijk valt het onderhavige T-shirt vanwege het politielogo, dat automatisch enigszins de aandacht van de voorbijganger trekt, wat meer op dan een T-shirt met een willekeurige tekst. Maar nog steeds denkt de lezer niet dat de drager van de politie is. Ik zou -bij het lezen van die tekst- wellicht denken 'dat vind jij kennelijk, dat de politie corrupt is, ik denk er anders over'. Op geen enkele wijze zou het aanzien van het openbaar gezag in het geding komen. Voor zover ik het T-shirt niet als een flauwe grap zou beschouwen, waarbij de drager niet eens van mening is dat de politie corrupt is. De maatschappelijke impact van het T-shirt is nihil.
Quote gradus '( ) Wel kan ik, als ik even de verbalisant speel, in het diepst van mijn ziel geraakt zijn wanneer iemand mij tegemoet komt en mij, als politie uniformdrager toont wat hij van mij, en de organisatie waarin ik al, zeg 30 jaar, werk en ik vaak bij nacht en ontij en met gevaar voor mijn eigen veiligheid sta voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid, denkt. Dat pik ik dan niet, ik schreef al eerder; dat shirt beveel ik hem onmiddellijk uit te trekken en daarna begint dit hele verhaal.'
Het doet mij denken aan een overspannen iemand die dringend aan een sabbatical toe is, aan iemand die zich in het algemeen ondergewaardeerd voelt en daarom lange teentjes heeft. Het T-shirt is niet strafbaar dus.
Jouw quotes:
1 Waarop is de zekerheid gebaseerd? Herhaaldelijk is aangevoerd dat dit juist niet zeker is. Van een werkelijk kwaad daglicht is ook geen sprake, zie mijn alinea die eindigt met de nihile maatschappelijke impact.
2 De Tilburger kan o.a. zeer goed een geintje bedoeld hebben en niet de boodschap te hebben willen uitdragen dat de politie corrupt is. Dat de Tilburger de bedoeling had een boodschap uit te dragen is nog eens uiterst onzeker. Een rare tweetrapsredenering.
3 Als de eerste en de tweede quote niet zeker zijn, is de derde het ook niet meer. Daarbij ging de Tilburger slechts even sigaretten halen en kon hij niet bevroeden een / de bewuste verbalisant tegen te komen en is er van opzet om een / de verbalisant te beledigen geen sprake. Ook niet van voorwaardelijke opzet (hij zou zich kunnen bedenken een agent tegen te komen) omdat het kwade daglicht ontbreekt. Nogmaals, eind goed, al goed.
Doch enige nieuwsgierigheid naar de woorden van de Tilburger of zijn raadsman dringt zich toch op.
Let wel, dit wil uiteraard niet zeggen dat ik me bij een en ander aansluit, doch van uitlatingen in het kader van openbare belangen of van constateringen gelijk aan het onherroeppelijk oordeel van de rechter (corruptie) zou zo sprake kunnen zijn met het T-shirt, ergo wederom: geen strafbaar feit.
Op het politielogo plassen, althans een dergelijke afbeelding, mag volgens de politie ook al niet. http://www.ad.nl/rotterdam/article1008016.ece?pageNumber=3 Of e.e.a. elders aan de rechter voorgelegd is geweest is mij onbekend dus het blijft beperkt tot de gans in de vijver en de vos(rechtbank).
In de tussentijd zin ik op een list in zake het merkenrecht .... =D>
Het merkenrecht. De eerste vraag is of het politielogo op de datum van het vermeende misbruik geregistreerd is geweest conform de Benelux Merken Wet (BMW). We roepen allemaal van 'ja' doch het zou niet de eerste keer zijn als een registratie is vergeten, door de onjuiste / een onbevoegde persoon / partij is gedaan, of blijkt te zijn verlopen. Een uitdraai uit de registers van de BMW is derhalve op zijn plaats, waaruit dan tevens van de bevoegdheid van de aanvrager van registratie moet blijken.
Als het Ministerie van Binnenlandse Zaken is vergeten het politielogo conform de BMW te registreren en ik doe dat als privé-persoon stiekem wel, dan is het politielogo daarmee beschermd tegen gebruik door derden (gebruik door de politie is verboden). Een rare zaak, maar zo zit het recht nu eenmaal in elkaar.
Als de aangever tot registratie onvoldoende bevoegd is geweest dan zal de raadsman van de Tilburger met de BMW-club in de slag moeten en zo nodig een procedure aanspannen om tot tenietdoening van de oneigenlijke registratie te kunnen komen. Als de oneigenlijke registratie is geschrapt, of er was op het moment van het vermeende misbruik helemaal geen registratie, dan vervalt het mogelijke strafbare feit van misbruik van het politielogo. Dan is het T-shirt wat dat gedeelte betreft een civiele zaak en zou de politie civiel tegen de Tilburger moeten gaan procederen om hem het recht te ontnemen het T-shirt te dragen, of te hebben. De Tilburger zou door de strafrechter moeten worden vrijgesproken ter zake van het gebruik van het politielogo.
De vraag is ook: welk logo is dan geregistreerd? Het politielogo is door de jaren heen meermalen gewijzigd, het zou niet de eerste keer zijn als vergeten is een veranderd logo te registreren. Zorgvuldigheid is dus troef voor de raadsman van de Tilburger, net als de bereidheid veel werk te verrichten. Anders dan uit de kennelijke belangstelling voor dit topic blijkt, vind ik het een vrij belangrijk onderwerp omdat de vrijheid van de burger (ten onrechte) op het spel wordt gezet en de uitspraak (een begin van) jurisprudentie kan zijn waaraan in de toekomst zou kunnen worden aangesloten door politie, OM, en andere rechtbanken dan de onderhavige.
Wie met een T-shirt met opschrift bestaande uit het logo van de gemeente Amsterdam gevolgd door het woord 'wereldstad!' het Amsterdamse politiebureau of stadhuis binnen wandelt zal niet (gauw) worden bekritiseerd of verbaliseerd wegens gebruik van een beschermd logo. Voor zover een T-shirt met daarop een beschermd logo onderhevig is aan commentaar en / of tot een proces-verbaal ter zake van gebruik van een beschermd logo leidt, is het slechts de welwillendheid of onwelwillendheid van de samengevatte boodschap tegenover de logo-eigenaar die hem doet besluiten wel of geen aanstoot te nemen. Het merkenrecht wordt slechts gebruikt als (oneigenlijke) stok tegen een ongewenste boodschap.
'Kan wel zijn' denkt de rechter, 'maar dat doet niet af aan de strafbaarheid in het onderhavige geval. Het is aan de gemeente Amsterdam om aangifte te doen van gebruik van hun logo, en als de gemeente Amsterdam dat niet doet, daar kan ik niks mee'. Daar zit -helaas- wat in.
Wat is de functie van een logo? Herkenbaarheid. In een oogopslag een organisatie, vereniging, bedrijf of was dies meer zij overbrengen. De gestileerde V van Veronica.
NS-personeel dat zich verzet tegen re-organisatie en een T-shirt draagt met het NS-logo en de tekst 're-organisatie NEE! Is dat strafbaar? Het T-shirt heeft niet de bedoeling te suggereren door de NS te zijn gedrukt (en zal die suggestie ook niet wekken). Het NS-logo op het T-shirt heeft slechts tot doel de boodschap uit te dragen dat de werknemer / drager tegen re-organisatie bij de NS is, en hij gebruikt daarvoor een beeldmerk dat door de NS zelf in het leven is geroepen om de NS mee aan te duiden.
Maar goed, ik zou het merkenrecht moeten uitspitten inclusief de daarbij behorende jurisprudentie.
Wie met een imitatie Cartier-horloge loopt (of degene die imitatiehorloges maakt, onder zich heeft, of verkoopt) is strafbaar. Daar valt wat voor te zeggen omdat imitatiehorloges de markt voor Cartier doen verslechteren. Niet dat iemand met een imitatie-Cartier terstond een echte zou kopen als er geen falsificaties meer zouden zijn, doch veel mensen kopen geen Cartier omdat er zoveel falsificaties van zijn. De namaker gaat er vandoor met de inspanningen van de originele bedenker en maker, en deze laatste staat uiteindelijk met lege handen. Het BMW-logo is immers beschermd. Lege handen van de politie in geval van het onderhavige T-shirt is niet aan de orde.
Ik vermoed dat het gebruik door derden van een beschermd logo in bepaalde gevallen is toegestaan, ondanks dat de logo-eigenaar geen toestemming heeft gegeven voor het gebruik van het logo en hij het met het gewenste gebruik van die derde in het geheel niet eens is.
Tot slot, wie is er bevoegd tot het doen van aangifte wegens schending van het merkenrecht? I.c. is er een (rechtsgeldige) aangifte ter zake. Dan wel kan er sprake zijn van vervolging ambtshalve.
@ gradus: het originele topic lijkt inmiddels uitgekauwd.
@ webmaster: ik zou e.e.a. in een nieuw topic hebben kunnen openen, doch zo veel storm loopt het niet in het topic en het betreft dezelfde zaak / Tilburger.
Het officiële merkenregister van de BBIE (vh BMW) vertelt het volgende.
René Stokvis Produkties B.V. is eigenaar van 'STOP POLITIE' [ http://register.boip.int/bmbonline/details...kNumberType=REG ]. Het Nederlandse politie-logo lijkt een beschermd logo te zijn [ http://register.boip.int/bmbonline/details...kNumberType=REG ]. Aldaar is het logo in de kleurencombinatie 'blauw / goud / wit' beschermd. In een tweetal andere registraties wordt het logo in de kleurencombinatie 'wit / diverse tinten blauw' respectievelijk 'zwart / grijs / wit' beschermd.
Het logo van de Nederlandse politie is niet slechts dat vierkantje onder een hoek van 45 graden met een vlammetje erbij. Het woord 'POLITIE' maakt deel uit van het politielogo.
Vanmiddag las ik dat vandaag een politiebureau in Tilburg is beschoten. Vermoedelijk is men nu op zoek naar een man, die sprekend lijkt op de persoon die eerder een PV kreeg i.v.m. een T-shirt dat hij droeg, maar nu met een geweer rondloopt, omdat hij wegens belediging van de politie een boete van 250,00 kreeg en 25 uur werkstraf, door te brengen bij de politie om daar de politieautos te wassen.
Maar goed, alle gekheid op een stokje, hoe je het ook aanvoert, feit blijft dat de verbalisant iets zag, dat een belediging vond, van hemzelf en/of zijn korps, en er PV van opmaakte.
Als dat niet zo zou zijn geweest, hadden we nu geschreven over dat meisje in Rotterdam, in dezelfde termen en met identieke bedoelingen.
Het doet zelfs niet meer ter zake wat verbalisant vond, je wilt graag in de richting van toeval en gebrek aan opzet. OK. In de transactie, eventueel in de verklaring tijdens het verhoor van VD, kan deze, uiteraard nadat hem de cautie werd gegeven, de hele handel verklaren en uitleggen. Hij stelt daarin dat het allemaal een geintje is, hij won het shirt op de kermis, vond de kleur goed passen bij zn haar toen hij het aantrok en; hij solliciteerde recent bij de politie.
Klaar is Kees, verbaal is af en gaat naar de controlerende (politie)ambtenaar die verbalisant voor alle zekerheid nog even vraagt of hij het verbaal door wil laten gaan.
Ja, is het antwoord, dat gaat gewoon door, het was een belediging.
Volgende stap is dat het, via-via, bij het OM terecht komt.
Het OM voelt er niks voor om te seponeren en stuurt VD een transactie van, vooruit we houden het redelijk, 500,00. Daar gaat VD niet mee akkoord en laat het voorkomen.
De politierechter leest het PV en de verklaring en vraagt VD of het dragen van het shirt nu wel zon goed idee is als je bij de politie wilt werken. Nee, zegt VD, helemaal niet, mijnheer de rechter, maar weet u, je pakt een shirt uit de kast in de kleur die je aan wilt doen en trekt dat over je kop en let er niet eens op of er wel wat op staat of niet. Stom, erg stom, ik heb het shirt later ook kapot geknipt en weggegooid en kan het zelfs nooit meer aandoen.
Nou, mooier kan ik het niet maken, toch?
Dezelfde redenering wil ik best toepassen op de kroegbaas met een stoeptegel bij de Shell.
Ook daar zal later de rechter vragen stellen over de beweegredenen van verdachte, in het licht van het requisitoir van het OM. Als daar niks meer bij is gekomen gaat deze VD de deur uit met hoogstens een voorwaardelijke veroordeling wegens poging tot diefstal. Meer niet. Voor een kroegbaas is dat overigens al een zware straf; een strafblad werkt niet mee bij het verlengen van een vergunning, de verklaring omtrent het gedrag kan namelijk niet meer overlegd worden.
Helaas kunnen we met bovenstaand voorbeeld niets bij de gewraakte belediging.
Er zit echt niks anders meer op dan te wachten wat het OM aan heeft geboden en eventueel wat de rechter heeft geoordeeld. En ik kan mij alleen voorstellen dat de kantonrechter het feit/de feiten wettig en overtuigend bewezen acht, de belediging strafbaar acht, de verdachte strafbaar verklaart, en in zijn vonnis rekening wil houden met de onnozelheid van verdachte, maar vonnist met strafoplegging, waarschijnlijk onder de eis van het OM, maar niettemin.
Het feit dat het OM in deze zaak de vervolging doorzet is voor mij ook reden genoeg om aan te nemen dat het OM in dezelfde globale- richting denkt als ik.
In mijn repliek schreef ik inderdaad over de volgorde van de Grondwet die ook voor Sr. werd gevolgd. De hoogste instantie eerst, na de Grondwet, die niet beledigbaar is, komt de Koning en Zijn entourage, daarna de staatshoofden enz. enz. en tot slot de burger.
Hadden de auteurs van de Grondwet wetenschap gehad van socialisten en ander rapaille, dan hadden zij er in 1815 er wel aandacht aan besteed. De tijd van woelingen en een Franse parvenu die zichzelf tot keizer kroonde, nadat het gepeupel eerst hun legitieme vorst een kopje kleiner had gemaakt en heel Europa overhoop wilden halen met, parbleu, kreten als vrijheid, gelijkheid en broederschap, quel effront! Nee dus, zij kenden Domela Nieuwenhuis, c.s, nog niet en verzuimden de duvel en zijn oude moeder specifiek op te nemen, voor het geval ze beledigd gaan worden.
Met deze gebadineerde uitleg, over het ontstaan van wetten en derzelver strekking, wil ik zeggen dat de zienswijze van strafbaarheid is geëvolueerd, uiteraard met inachtneming van art 1 Sr.
Daarom strafbaar, zeg ik.
In mijn rollenspel als verbalisant is het zeer wel mogelijk dat ik totaal overspannen de straat op gestuurd wordt, misschien heb ik zelfs een bevordering gemist door een slechte beoordeling. Dan nog, dan nog, zeg ik: IK, verbalisant, zag daar een persoon lopen die; .
Heb ik dat op mijn ambtseed gesloten en getekend, dan is het voor mij af.
Of ik niet een jaartje rust nodig heb is niet aan VD ter beoordeling, ook niet aan het publiek in het algemeen, maar uitsluitend aan bevoegde instanties en personen. En, ik heb mijn taak dan ook op de juiste wijze vervuld door een strafbaar feit te laten ophouden. Niks mis mee, met die opsporingsambtenaar, goeie vent!
Bericht nr. 20 gaat over heel andere zaken. Ik ben mij er van bewust dat er een stel rotte appels in de politiemand liggen, die soms ook gezonde appels aansteken. De minster spreekt dan over de doorsnee van de maatschappij, waarvan de politie een afspiegeling is. Maar om dan meteen door te steken naar; dus is corruptie bij de politie bewezen en dan is belediging niet meer mogelijk, gaat mij veel te ver. Ik wil absoluut niet verder gaan dan de constatering dat corruptie bij de politie mogelijk is, soms bewezen kan worden en dus voorkomt.
Als ergens een Senseo apparaat ontploft hoeft men dat ding daarom toch ook niet meteen weg te gooien?
Tot slot; Das mooi, als trotse bezitter van een wettig gedeponeerd handelsmerk, sinds 1984, heb ik al vaker dan mij lief is te maken met mensen die hun waardeloze troep trachten te slijten door er mijn merk aan te hangen.
Misschien wel aardig, vind ik zelf, dat ik met succes indertijd een voorbeeld in elkaar knutselde dat liet zien hoe sneaky men te werk kan gaan. Het effect gaat in dit forum grotendeels verloren maar zag er zo uit:
Tefal anti-aanbaklaag staat met grote letters dwars over een verpakking. Er boven en er onder staat een dikke zwarte streep. Wanneer je die tekst met de strepen uitvergroot, blijkt dat de strepen verkleinde tekst zijn en er eigenlijk staat:
de fietsenstalling van de
TEFAL ANTI-AANBAKLAAG
fabrieken wordt ook door onze mensen gebruikt.
Enfin, kom maar op, en misschien zijn we het wel met elkaar eens.
Zag nog net de laatste aanvullingen op het laatste bericht, maar heb zo mijn best gedaan dat ik het toch op het forum smijt!
Nee, dat klopt helemaal en als ik het mij goed herinner is het ontwerp van wijlen prof. Oxenaar en die had in zijn tijd bij De Nederlandsche Bank al heel veel te maken met merkrecht, op bankbiljetten.
Dus is dit deel van de oorspronkelijke tenlastelegging daarmee dichtgetimmerd?
500 een koopje? Dan zitten we in een andere inkomenscategorie, maar meer gaat het natuurlijk om de onterechte veroordeling. Ook als er een schuldigverklaring zonder strafoplegging plaatsvindt.
Ik vraag me af hoe de OvJ denkt tot strafrechterlijke vervolging van de Tilburger wegens gebruik van het politielogo over te kunnen gaan. Volgens artikel 337 van het wetboek van strafrecht is de maker / verkoper wellicht strafbaar, doch de persoon die een enkel T-shirt bezit niet.
En dan ga ik nu eerst eens wat anders doen. Kom nog op jouw bijdrage terug.
Quote gradus 'Ja, is het antwoord, dat (proces-verbaal) gaat gewoon door, het was een belediging.' Zwak en onjuist. Het moet om opzettelijke belediging gaan om proces-verbaal te kunnen opmaken.
Zoals eerder beschreven is (opzettelijke) belediging geen zwart-witje dus de aanwezigheid van een proces-verbaal ter zake van opzettelijke belediging brengt niet vanzelfsprekend de vaststaande onafhankelijke conclusie met zich mee dat er sprake is van een opzettelijk karakter.
Als ik me sterk beledigd voel als ik word aangesproken met slechts de voorletter van mijn nickname en de andere partij volhardt daar desondanks in, is er dan sprake van opzettelijke belediging in de zin van het wetboek van strafrecht? . grijnzz
Het gaat ook om de uitlating zelf. Een woord als 'oetel' kan gepaard gaan met opzet, en iemand kan zich er uitermate door beledigd voelen, dat betekent nog niet dat er sprake is van het strafbare feit van opzettelijke belediging.
Een voorwaardelijke veroordeling terwijl de man (horeca-ondernemer) geen enkel strafbaar feit heeft gepleegd . dat klinkt niet als recht. Het had vrijspraak moeten zijn wegens gebrek aan bewijs, jouw conclusie t.a.v. de uitslag geeft aan dat de rechtbank sterk leunt op het suggestieve maar feitelijk onjuiste verhaal van politie en OM. Die werkwijze is door mij al eerder bekritiseerd. Aan ca. 40 % van de veroordelingen zit een luchtje, in 10 tot 15 % is sprake van een onterechte veroordeling. Het uitgangspunt dat iemand onschuldig is tot het tegendeel is bewezen komt onvoldoende uit de verf, met de nadruk op het woord bewezen. De rechtbank leunt te sterk op aannames van de politie en het OM.
Vandaar ook mijn sterke pleidooi voor het scheiden van feiten en fictie, in de voorbeeldfrase van het proces-verbaal lopen feiten en fictie door elkaar, ze vallen voor de niet ter zake ingevoerd lezer nauwelijks van elkaar te onderscheiden en nemen ook de wel-ingevoerde doch druk bezette lezer (de rechter) op suggestieve wijze mee in het gewenste verhaal. Er is sprake van (oneigenlijke) onbewuste beïnvloeding. Daarmee worden de grondrechten van de verdachte geschonden en wordt de beginselen van de rechtspraak met voeten getreden door de politie en het OM.
Tot slot ter zake, en laten we dan dit deelonderwerp sluiten: één feit is een feit, twee feiten achter elkaar weergegeven is een opinie, een suggestie.
Het is inderdaad wachten op het oordeel van de strafrechter (niet de kantonrechter, lijkt me) in de onderhavige zaak tenzij het OM de zaak alsnog intrekt maar dat zal het OM niet doen omdat men dan zichzelf in de nesten zou kunnen werken. Daar zou het signaal van uit gaan dat je dergelijke T-shirt ongestraft mag maken en dragen. Het ware verstandiger, en dan speel ik even advocaat van de duivel, geweest als het OM de zaak op de plank had laten liggen. De verkoper van de T-shirts kwam er (meen ik te weten) af met inbeslagname en een boete zonder dat de rechter daar aan te pas is gekomen. Dat brengt een zeker signaal met zich mee, en verkopers zullen zich in de praktijk dan ook wel twee keer bedenken alvorens men opnieuw dergelijke / soortgelijke T-shirt wil voorkopen. Nu loopt het OM het risico dat de rechter het dragen van een dergelijk T-shirt in geval van de Tilburger toelaat omdat er geen sprake is van opzettelijke belediging. Dat zou -in de toekomst- uiteraard van geval tot geval moeten worden bekeken en daarin kan meespelen dat thans bekend is dat een agent zich makkelijk zo niet per definitie beledigd voelt door het T-shirt, de Tilburger wist dat nog niet.
Zo zou het kunnen zijn dat de Tilburger wordt vrijgesproken ter zake van opzettelijke belediging en du moment dat hij in de rechtszaal het in beslag genomen T-shirt terugkrijgt van de OvJ dan wel gewoon zijn trui uittrekt, hij door een toevallig in de rechtszaal aanwezige politieambtenaar opnieuw wordt aangehouden wegens opzettelijke belediging en daar later wel voor wordt veroordeeld omdat hij nu wel wist dat het T-shirt als beledigend wordt ervaren ...
Ook een oordeel van de rechter over het gebruik van het woord 'corrupt' speelt een rol, maar belangrijk is de signaalwerking die van vrijspraak uitgaat. Het OM zal zich daarvan bewust zijn en ook de rechtbank zal zich zulks realiseren, en daarom is het te hopen dat de Tilburger een goede raadsman vindt.
Ik houd mijn mening t.a.v. het niet kunnen beledigen van een instituut. Aansluitende alinea: vrijwel elke staat is gebouwd op rebellie tegen de voorgaande en revolutie, oorlog, en oproer.
Een half overspannen politieambtenaar die 'zijn werk' doet verdient geen complimenten maar heeft een sabbatical nodig. De burger heeft recht op een heldere, afgewogen, en rustige benadering en beoordeling. Halve overspannenheid of allerlei frustraties staat dat in de weg, dus weg met zulke gezagsdragers lijkt mij.
Als er van elke duizend Senseo's één apparaat ontploft staat er lange tijd op de voorpagina van elke krant een grote advertentie waarin voor zulks wordt gewaarschuwd .
Wie met een enkel pannetje nog in de verpakking met een dergelijk neplogo op straat loopt, is niet strafbaar. Louter de maker / verkoper is strafbaar ingevolge artikel 337 van het wetboek van strafrecht, althans is dat wellicht. [Wat ik immers half om half begrijp uit de website van het BBIE, is dat bestrijding van het gebruik van geregistreerde logo's / merken, althans het economisch aanwenden (namaken), een civiele zaak is / kan zijn.]
Van opruiing, artikel 132, is geen sprake. Evenmin is sprake van opzettelijke belediging wegens ras / geaardheid e.d., artikel 137 C 1. Van 'Misdrijven tegen het openbaar gezag', artikel 177 tot en met 206, is ook al geen sprake. Artikel 326 b (vervalsingen van kunst) lijkt ook niet aan de orde.
Als de OvJ een wetsartikel heeft gevonden om naar zijn mening op te kunnen treden tegen het politielogo, dan kan dat naar alle waarschijnlijkheid niet worden gevonden in de algemene termen van het wetboek van strafrecht. Mogelijk zou het gevonden moeten worden in de reeks 'zich voordoen als politieambtenaar'. Help me eens gradus, zonder wetsartikel is er niks aan.
Oxenaar: valsemunterij e.d. kent een apart hoofdstuk in het wetboek van strafrecht en heeft derhalve niets te maken met gewone piraterij.