Hee daar,
Opnieuw wil ik hier over Spinoza beginnen. Zijn substantie, onderverdeeld in het stoffelijke en het geestelijk attribuut, benoemt hij in zijn Ethica ook wel als God. Ikzelf ben, mede dankzij Spinoza, ook een gelovige. Maar dan een Christen.
Een voorbeeld: Ik zie op straat een fel blauwe folder liggen die mijn aandacht trekt. Ik raap hem op en ik lees: God is liefde, God bestaat, volg zijn enige Zoon op aarde, volg Jezus van Nazareth als ik opkijk van de folder loop ik verder. Drie stappen later zie ik een sportvliegtuigje overvliegen waar een reclamedoek achter hangt met daarop exact de zelfde tekst. Dat soort toeval heb ik het over.
Voor mij hangen het toeval en de vrije wil samen omdat ze beide iets oorzaaklozerigs over zich hebben. In het Spinozas determinisme is voor beide dan ook geen plaats. Ten minste niet zoals ik het toeval en de vrije wil en he toeval opvat. Namelijk als gebeurtenissen die hun oorzaak in zichzelf hebben. Als onbewogen bewegers.
Nu zijn er met betrekking tot het toeval voor mij twee mogelijke denkwijzes:
Geloven dat alleen god als onbewogen beweger zijn oorzaak in zichzelf vindt. Geloven dat god alles is, geloven dat dat alles noodzakelijkerwijs is zoals het is. Er is dus op elk moment maar een mogelijke werkelijkheid. Niks is dus toevallig zoals het is, alles is noodzakelijkerwijs zoals het is. En dan is er dus ook geen vrije wil. Alles ligt op voorhand vast. Determinisme.
Een andere mogelijkheid is de mogelijkheid van verschillende, elkaar overlappende domeinen. De wereld bevindt zich in zijn geheel in de overlap. Het ene domein is dat van het toeval. Het andere dat van de noodzakelijkheid. Hier kan een vrije wil bestaan.
Het toeval werkt in op de noodzakelijkheid, geeft er een bepaalde ordening aan. Net als in de evolutietheorie waar een toevallige mutatie een cruciale rol speelt in de ontwikkeling van het leven hier op aarde.
Is er iemand hier die in bovenstaande redenering gaten kan en wil schieten?
Maak het goed,
Wire31(-->32)