Stel nu dat er bovenin en onderin de lift een klok staat die voor de waarnemer in de lift gelijk lopen.
Die klokken blijven dan niet gelijk lopen. De klok onder zal langzamer lopen dan de bovenste.
Een "stilstaande" waarnemer zal van mening zijn dat de klokken niet gelijk lopen.
Ook volgens hem loopt de onderste langzamer dan de bovenste.
Als hij de snelheid van de lift meet op het moment dat de onderste klok t=t0 aanwijst dan zal de bovenste klok t<t0 aanwijzen.
Dat hangt er vanaf wanneer je de klokken gelijk zet.
Je kunt dit gewoon met speciale relativiteit narekenen, en dan komt er volgens mij uit dat de dillatatie overal hetzelfde is.
Volgens iemand in de lift zal de tijdsdilatatie inderdaad overal in de lift gelijk zijn. Toch loopt de onderste klok langzamer dan de bovenste (maakt niet uit volgens wie), omdat dit geen
speciale relativiteit is.
Laat het in ieder geval duidelijk zijn dat, volgens de waarnemer in de lift de klokken aan boven en onderzijde altijd even snel lopen.
Daar ben ik het volledig mee oneens.