Graag zou ik iets willen weten over een verschijnsel dat mij volstrekt onduidelijk is. Het betreft het volgende. Op gezette tijden lees je in kranten etc. dat men er in slaagt steeds verder terug te kijken in de tijd en dat men de eerste seconden na de oerknal al dicht begint te naderen. Dat houdt in dat men licht opvangt dat x jaren onderweg is geweest voordat het ons bereikte. De waarde van x is erg groot en de afstand tot de lichtbron navenant want dan gaat het ineens over x lichtjaren.
De eerste conclusie is dat de oerknal dus niet puntvormig geweest kan zijn want dan hadden we het nakijken gehad: de materiële uitdijing verloopt op veel lagere snelheden dan die van het licht. Gevoelsmatig resteren er dan twee mogelijkheden: het heelal is een continuüm of clustervormig. In beide gevallen geldt echter: welke oerknal zie je dan, of beter: waar gesitueerd in de ruimte? Want op een lichtjaar achter die plek zien we die lokale oerknal dan geheid over een jaar en dat zou het mogelijk moeten maken de afstand zodanig af te stemmen dat we de oerknal ergens echt waarnemen. Je kunt je zelfs afvragen of je dan uberhaupt iets anders dan oerknallen zou kunnen zien. En wederom gevoelsmatig heb ik dan het idee dat dat theoretisch niet mogelijk zal zijn. Misschien is er een eenvoudig antwoord dat mijn (gebrek aan) inzicht corrigeert?