Aha. Nee, verwarrend vind ik het niet. Maar Fry trekt ook de conclusie dat hij zich verzet tegen "the old pedantic me." Hij vindt het respecteren van conventies wel een soort zaak van beschaving, die in bepaalde maatschappelijke situaties gewenst is. Maar zijn pleidooi voor ongebreidelde creativiteit overheerst zijn neiging om taalkritiek uit te oefenen. Althans, dat is wat hij zich voorneemt.Niet alles hoeft te rijmen. Fry heeft mij inderdaad aan het twijfelen gebracht. Vervolgens ben ik erover gaan nadenken. En ik ben het met Fry eens. En net als Fry bemerk ik nog steeds irritatie bij het zien van taalfouten. Mocht je dit nog verwarrend vinden dan verwijs ik naar de tekst van Fry.
Er is trouwens wel een punt waarop ik het radicaal oneens ben met Fry. Dat is de suggestie die uitgaat van de laatste alinea waarin hij het ineens afraadt om "language as a subject" te bestuderen. Op de een of andere manier lijkt het alsof Fry de bestudering van taal verbindt met de door hem verfoeide pedanterie. In de praktijk zijn echter de taalwetenschappers (zeker de moderne taalwetenschappers) degenen die zich verre houden van taalkritiek en over het algemeen een relativistische kijk op grammaticaliteit hebben. Die lijken dus veel meer op Fry dan hij hier suggereert. Ik denk zijn visie dus veel eerder ingang zou vinden als meer mensen zich met de studie van "language as a subject" zouden bezighouden.
Misschien bedoelt hij met "Don't feel the need to..." wel letterlijk dat je niet moet denken dat het noodzakelijk is om taal te bestuderen om een goede taalgebruiker wel zijn, maar die raadgeving zal door veel mensen verkeerd gelezen worden.