Hoi,
Ik weet niet of ik jouw vraag & uitleg ten volle begrijp, maar ik denk dat je hier te maken hebt met
cognitieve dissonantie .
Enerzijds ben je een supporter van B. Ik veronderstel dat dit inhoudt dat je voor de voetbalploeg van B bent, maar ook dat je een aanhanger bent van alles wat rond de ploeg van B hangt. Zo voel je vermoedelijk
ook sympathie ten aanzien van Barcelona supporters, zowel diegene die je kent als ook diegene die je niet kent. Je haalt zo deels jouw sociale identiteit uit de voetbalploeg van B. Dus, die voetbalploeg & haar aanhangers worden als het ware een stukje van jouw eigen identiteit. Je voelt je met hen verbonden.
Maar dan kom je plots in contact met een Barcelona supporter, die jij dus, volgens jouw eigen ideeën, sympathiek zou moeten vinden. Want hij supportert voor jouw geliefde voetbalploeg. Tijdens het gesprek met die persoon, krijg je echter de indruk dat jij die helemaal niet sympathiek vindt. Omdat die persoon tegen jouw ideeën ingaat. Je gaat daarom ook tegen die persoon in en je laat blijken dat je hem niet kan uitstaan.
Dat begint dus serieus te wringen bij jezelf:
- enerzijds had je al heel lang de
gedachte dat de ploeg van B en haar supporters sympathiek zijn.
- Maar anderzijds stel jij nu
gedrag waaruit blijkt dat jij hem niet sympathiek vindt.
Die 2 zaken gaan niet samen: één van de 2 (ofwel je
gedachte: ik vind de ploeg van Barcelona & elke supporter ervan sympathiek; ofwel je
gedrag: ik laat merken dat ik die ene B supporter niet sympathiek vind) moet dus veranderen om consequent te blijven in gedachten en gedrag. Zolang je dat niet doet, voel je je gespannen en zit je verveeld met de kwestie.
Als oplossing kan je ofwel je gedachten veranderen, ofwel je gedrag ten aanzien van die persoon veranderen. Zo kan je jouw gedachten én gedrag weer op dezelfde lijn krijgen.
Je kiest er tenslotte voor om jouw gedachten rond de ploeg van B te veranderen: ik vind de voetbalploeg van Barcelona (en haar aanhangers) niet meer sympathiek. Ik ben dus geen fan meer van hen.
Zo denk én handel je weer consequent: ik ben geen supporter meer van Barcelona & ik moet dus niet meer alle Barcelona supporters sympathiek vinden (gedachten). En dus kan ik ook weer tonen aan die ander dat ik hem niet sympathiek vind (gedrag).
Ik denk dus dat cognitieve dissonantie (dit bovenstaande proces) mogelijks een rol speelt hierin.
Dido
Ik ben niet jong genoeg om alles te weten...
-Oscar Wilde-