Mooneh schreef:Ok, dat helpt al heel wat.
Wanneer zou je nu kunnen zeggen dat een bepaalde polaire stof beter in water oplost dan een andere polaire stof?
Als de sterkte van de intermoleculaire aantrekking dichter bij deze van water moleculen ligt?
Ja, maar houd daarbij in de gaten dat "aantrekking" hier een heel algemene term is. Het is de optelling van een heel scala aan effecten, dipoolmoment, grootte van het molecuul, mogelijkheid tot de vorming van waterstofbrug-interacties, etc.
Verder is niet zozeer de aantrekking met water belangrijk, maar de aantrekking met water in verhouding tot de aantrekking van watermoleculen onderling en die van de moleculen van de polaire stof onderling. Het is altijd een samenspel van (minstens) 3 van dit soort aantrekkingen.
Bij de vergelijking van 2 zeer ionische moleculen is de zwakste dan best oplosbaar in water omdat de aantrekking zich verhoudt: water < zwakste < sterkste.
Daar valt, gezien de bovenstaande paragraaf, niets over te zeggen.
Ook uw eerste zin kwam nogal als een shock. Er zouden dus geen oriëntatiekrachten of keesomkrachten bestaan of is de benaming gewoon verkeerd?
Dat laatste. Keesomkrachten (dipool-dipoolinteracties) bestaan wel degelijk, maar niemand noemt ze oriëntatiekrachten (Google levert 1 hit, tegen 4 hits (alle niet-chemisch van aard) voor "oriëntatiekracht".
Maar het gaat dus beslist niet alleen om Keesomkrachten. Alle soorten intermoleculaire interacties spelen een rol. De mate waarin ze een rol spelen verschilt per stof, en dus ook per mengsel dat je bekijkt. Allerlei op het oog kleine details kunnen daarbij een rol spelen.
Dat is de reden dat er niet veel meer algemene regels zijn te geven dan "like dissolves like".