Het bewijs is in principe niet zo moeilijk:
Als elke meting van Q als uitkomst q heeft, dan moet de standaard deviatie van Q uiteraard 0 zijn, oftwel
\( \sigma^2 = \left<( \hat{Q} - \left< Q \right>)^2 \right> = \left< \Psi | (\hat{Q} - q)^2 \Psi \right> = \left< (\hat{Q}-q)\Psi|({\hat{Q}-q)\Psi\right>=0\)
Het inproduct kan alleen 0 zijn als de functie zelf gelijk is aan 0, dus\( \hat{Q}\Psi = q\Psi \)
Dus een meting aan zo'n state geeft altijd de eigenwaarde q.Toch zit hier voor mij nog een 'grote' onduidelijkheid in. De definitie van variantie is toch altijd
\(\sigma^2 = \left< (x - \left< x \right>)^2 \right>\)
Maar hoezo heb je bij het bewijs in de 1e stap dan de OPERATOR \(\hat{Q}\)
in plaats van Q ?\(\left<(\hat{Q} - \left< Q \right>)^2 \right> \)
Je kunt van een operator toch geen getal \(\left<Q\right>\)
aftrekken?..