Ergens anders probeerde ik uit te leggen waarom bij weerkaatsing van licht de invalshoek gelijk is aan de brekingshoek (dit is dus hetzelfde als zeggen dat het licht de kortste weg neemt)
http://sciencetalk.nl/forum/invision ... hlight=qed
Dit geldt ook voor de snelste weg. Volgende vergelijking heb ik ook uit QED van Richard Feynman (heb ik al eens gezegd dat dit een aanrader is?)
Stel een zwembad. Iemand verdrinkt op een bepaald punt in het water. De redder staat iets van de kant verwijderd en wil zo snel mogelijk bij de drenkeling geraken. Gaat hij er in een rechte lijn op af, dan moet hij een langer stuk door het water, wat dus trager gaat.
Gaat hij eerst tot ter hoogte van de drenkeling, en springt hij dan pas in het water, dan heeft hij de kortst mogelijke afstand door het water, maar heeft hij een langere weg.
Ergens moet dus een evenwicht gevonden worden, en die plaats waar hij in het water gaat, doorgetrokken met een lijn naar de drenkeling, bepaalt een bepaalde "brekingshoek".
Je redder is een foton, en dat foton maakt exact dezelfde brekingshoek als de de redder zou doen om zo snel mogelijk bij de drenkeling (fotonendetector) te raken.
Je hebt altijd bepaalde amplitudes dat een foton een bepaalde weg neemt. Al deze amplitudes vallen tegen elkaar weg, waardoor er slechts 1 mogelijkheid overblijft, en dat is de snelste weg, de weg die we ook zien bij lichtbreking.
Ik weet dat mijn uitleg nogal verwarrend en onduidelijk is, en als jullie willen typ ik het nog eens uitgebreid, maar het is echt een lang verhaal, en voor wie de complete, volledige, prachtige versie wil horen is er QED