Wouter_Masselink schreef:Inteelt is alleen van toepassing op sexuele reproductie, hierdoor valt je hele eerste stuk meteen weg. Om door te gaan over je tweede gedeelte, er is dan ook een bepaalde minimale populatie nodig wil deze kunnen overleven zonder fysieke kenmerken van inteelt. Zelfs met inteelt kan een soort nog bestaan. Kijk hiervoor bijvoorbeeld naar de jacht luipaard, deze is ongeveer 10000 jaar geleden door een genetische bottleneck gegaan. Hierdoor hebben ze eigenlijk allemaal een gespleten gehemelte. Een ander voorbeeld is de tasmaanse duivel. Deze dieren zijn dusdanig genetisch identiek dat een erg kwaadaardige tumor van dier op dier over gebracht kan worden (in het gelaat) doordat deze dieren vaak erg bloederige gevechten houden. Door deze hoge genetische overeenkomt is er praktisch geen verschil in imuunsystemen, waardoor de tumor niet als lichaamsvreemd herkent zal worden. De jachtluipaarden zullen niet uitsterven door deze genetische similariteit, terwijl dit voor tasmaanse duivels wel het geval is (mensen proberen nu een zo groot mogelijke groep tumor vrije tasmaanse duivels te reden).
Het basale probleem bij inteelt is dat een heterozygote recessieve afwijking die in een familie voorkomt niet tot uiting zal komen totdat iemand uit deze familie zich voortplant met iemand die dezelfde heterozygote recessieve afwijking heeft. De kans dat iemand buiten de familie dezelfde genetische afwijking heeft is vele malen kleiner dan binnen de familie. Dat is het grote probleem met inteelt.
'mutatie' is een erg brede term en betekend niet meer dan 'verandering'. Specifiek kan men stellen dat nieuwe genen kunnen onstaan doordat er tijdens de evolutie een genduplicatie optrad. Doordat er nu twee versies van hetzelfde gen zijn zal de genetische druk voor een van de twee genen om hetzelfde te blijven afnemen (er is toch een back-up). Hierdoor is het mogelijk voor een van de twee genen om te muteren en hierdoor een andere functie te krijgen.
Wat het ontstaan van nieuwe genen en inteelt direct met elkaar te maken hebben ontgaat me eigenlijk een beetje.
Ok, bedankt en sorry voor mijn late reactie.
In het hypothetische geval dat het aantal jachtluipaarden zich sterk vermeerderd (uitbreiding jachtgebied), is het dan mogelijk dat het gespleten gehemelte weer verdwijnt bijvoorbeeld omdat er mutaties optreden aan de genen?
En kunnen er in zo'n geval ook nieuwe genen onstaan, dus een vergroting van de genenpool, of is dit uit gesloten?