Ik snap wel hoe ze komen aan de volgende 2 opsommingspuntjes, maar ging dit niet direct zelf gedaan hebben:
- de virtuele arbeid van de horizontale component \(P\)bedraagt\(8P \cdot L \cdot \cos (\theta + \delta \theta)\)
- de virtuele arbeid van de verticale component \(4P\)bedraagt\(4P \cdot L \cdot \sin (\theta + \delta \theta)\)
\(\delta W\)
noemen) te berekenen niet stellen dat deze arbeid gelijk is aan alle krachten maal een virtuele verplaatsing opgeteld met alle momenten maal een virtuele (kleine) hoekverdraaiing?In mijn handboek berekenen ze precies, voor de horizontale component,
\(\delta W = F \cdot \delta u = P \cdot 8 \cdot L \cdot \cos (\theta + \delta \theta)\)
en zetten ze dus de virtuele verplaatsing \(\delta u\)
om in een term die een virtuele rotatie (en het gevraagde) bevat, namelijk \(\delta u = 8 \cdot L \cdot \cos (\theta + \delta \theta)\)
. Dit mag uiteraard, want je zet de virtuele translatie om in term met een virtuele (kleine) rotatie, maar hoe weet je dat dit in een geval als dit moet? Ja, ik zie dat het uitkomt, maar als je de oefening zelf wil oplossen, hoe weet je dat dan?Hoe ze aan de virtuele arbeid van de verticale component komen, is gelijkaardig met die van de horizontale component. In mijn handboek berekenen ze, voor de verticale component,
\(\delta W = F \cdot \delta u = 4P \cdot L \cdot \sin (\theta + \delta \theta)\)
en zetten ze dus weer de virtuele verplaatsing \(\delta u\)
om in een term die een virtuele rotatie (en het gevraagde) bevat, namelijk \(\delta u = L \cdot \sin (\theta + \delta \theta)\)
.Als ik het goed begrijp (maar dit is één van mijn vragen), tel je dan je termen van de arbeid (virtueel en ogenblikkelijk) samen en probeer je daarin de virtuele arbeid af te zonderen en ervoor te zorgen dat de krachtfactor van de virtuele arbeid nul is (of hier de momentfactor aangezien we het hebben omgezet naar een virtuele rotatie)?
Vroeger lostten we oefeningen namelijk anders op met een methode van de virtuele arbeid. Het principe is hetzelfde, maar het stappenplan was anders.
De methode van potentiële energie is nieuw, maar ze lossen hier een eenvoudige voorbeeldsoefening op om te tonen hoe gelijk ze zijn. Één van mijn vragen is dan ook hoe je precies de potentiaalfunctie vindt die de potentiële energie uitdrukt in functie van je stangenstelsel. De oplossing van de oefening begint ook op de pagina die ik hierboven al plaatste, en gaat verder bovenaan volgend blad:
Als ik het na jullie reacties goed begrijp, zal ik oefening 1.6.2 zelf oplossen.
Dus, even opgesomd, mijn vragen.
- Hoe weet je dat je de virtuele translatie in een rotatie moet omzetten om tot het gevraagde te komen? Moet je gewoon substitueren tot het gevraagde voorkomt in je uitdrukking van virtuele arbeid, en deze dan gelijkstellen aan nul?
- Klopt het als ik zeg dat je, na het bekomen van je uitdrukking voor de virtuele arbeid, je dan je termen van de arbeid (virtueel en ogenblikkelijk) samentelt en probeert daarin de virtuele arbeid af te zonderen en ervoor te zorgen dat de krachtfactor van de virtuele arbeid nul is (of hier de momentfactor aangezien we het hebben omgezet naar een virtuele rotatie)?
- Hoe vind je precies de potentiaalfunctie die de potentiële energie uitdrukt in functie van je stangenstelsel?
Denis