Normaliter valt een tweewielig voertuig om bij stilstand.
Onlangs zijn de resultaten van fundamenteel onderzoek naar de stabiliteit van een fiets opnieuw in de publiciteit gekomen door het onderzoek van de heer Schwab en Jodi Kooijman van de TU Delft waar de laatste op dit onderzoek is gepromoveerd.
Nu blijkt uit dit onderzoek dat een fiets stabiel wordt vanaf een snelheid van ongeveer 14 km/uur. Dit is terug te voeren op drie aspecten. De naloop, de gyrowerking van de wielen en de bewegende massa van de fiets. ( wet tot behoud van energie die verstoord wordt door een wijziging van de richting van de bewegende massa? }
Vanaf 1865 tot recent is altijd gedacht dat de gyrowerking van de wielen en de naloop de bepalende factoren waren voor de stabiliteit van de fiets. Dat blijkt dus niet uitsluitend het geval te zijn. Ook de massa van de fiets speelt een essentiële rol in de stabiliteit.
Maar als die fiets nu stilstaat? Gyrowerking van de wielen is niet aanwezig en zowel naloop als massa van de fiets spelen geen rol, immers de massa beweegt niet.
Nu mijn vraag. Als de fiets bij stilstand wordt voorzien van een ( werkende) gyrostaat/scoop , dan lijkt mij, althans in theorie, dat de fiets niet omvalt vanwege de wet tot behoud van het impulsmoment van de gyro.
En als dat dan inderdaad blijkt te kloppen, hoe bereken je dan vervolgens de grootte van de gyrostaat/scoop , dus de massa en daarmee de waarde van het impulsmoment benodigd om de fiets niet te laten omvallen?