Donkere materie is een theorie om de rotatie van sterrenstelsels te verklaren. Sterren roteren rond het centrum van hun sterrenstelsel, maar we zien dat de snelheid van deze sterren eigenlijk te groot is. Volgens de weteen die we kennen, zouden deze sterren moeten wegvliegen met deze snelheid.
Dus de theorie is dat er extra materie is, die we echter nog niet hebben waargenomen, om de snelheid van de sterren te verklaren.
Op kleine schaal is er weinig te merken van de uitzetting van de ruimte. De objecten rondom ons heen vallen niet uit elkaar doordat de atoombindingen op deze schaal veel sterker zijn dan dat de expansie ze uit elkaar rukt.
Zo lukt dat soms ook nog op veel grotere schaal. Als je zeer grote massa's neemt, wat sterrenstelsels hebben, dan kan het zijn dat de gravitatiekracht tussen twe sterrenstelsels groot genoeg is om hen bij elkaar te houden en eventueel naar elkaar toe te laten komen.
Je hebt wel een verkeerd beeld van die expansie. Hierbij mag je niet denken in termen van centrum van waaruit alles uitdijt.
Elk punt in de ruimte is gelijkwaardig. Op alle locaties ziet de expansie er hetzelfde uit.
Laten we het misschien proberen te verduidelijken met een voorbeeldje.
Elk sterretje stelt een punt voor in de ruimte, die ik nu voor de eenvoud 1 dimensionaal heb genomen. En ik heb elk punt genummerd
Dit is de situatie nu:
Door de expansie van de ruimte zullen de punten uit elkaar gaan en als het ware 'nieuwe' ruimte tussen elkaar creëren.
Als we nu lang genoeg wachten, dan ziet de situatie er nu zo uit:
Tussen elke twee naburige punten voordien is er extra ruimte tussen gekomen.
Laten we bijvoorbeeld de situatie bekijken vanuit punt 5. Elk punt staat in de laatste situatie verder dan in het begin. 4 en 5 stonden vlak naast elkaar, maar nu staat er 1 sterretje tussen. De afstand tussen 3 en 5 was oorspronkelijk 1 sterretje, maar die is nu toegenomen tot 3 sterretjes. De afstand tot 2 waren 2 sterretjes, nu 5.
Nog eens op een rijtje:
We bereken de snelheid van elk punt ten opzichte van punt 5 door de huidige afstand te verminderen met de oorspronkelijke afstand.
de snelheid van 4 is (1-0)=1 sterretje per tijdseenheid
de snelheid van 3 is (3-1)=2 sterretjes per tijdseenheid
de snelheid van 2 is (5-2)=3 sterretjes per tijdseenheid
Je ziet dat hoe verder het punt oorspronkelijk van 5 afstond, hoe sneller dat punt zich van 5 verwijdert.
Nu kan je hetzelfde verhaal overdoen vertrekkende vanuit punt 8. En je zal hetzelfde vinden. Alle punten verwijderen zich van punt 8 met een snelheid die evenredig is met de afstand tot punt 8.
Zo zal de snelheid van 7 gelijk zijn aan 1, die van 6 gelijk aan 2, van 5 gelijk aan 3.
Identiek als bij punt 5. En eender welk punt je neemt.
Zo zie je dat vanuit elk punt de situatie er hetzelfde uitziet. En kan je nu een centrum aanwijzen van de uitzetting? Nee. De uitzetting gebeurt in elk punt van de ruimte, op dezelfde manier.