'draaiende stangen (transmissie) in boten en vliegtuigen. Dwingt men aan deze stelsels een relatieve beweging (
\(\overline{\omega}\)
) op (zwenken, rollen...) dan volgt daaruit een krachtkoppel\(\Gamma \times \overline{\omega}\)
op de steunpunten van de transmissieboom. Ook bij het draaien van een rijwiel (moto) bijvoorbeeld links tov. de voortplantingsbeweging helt het wiel naar de linkerkant.'[/i]Dat krachtkoppel is duidelijk dat volgt uit de gyrostatische werking. Toch blijft het bovenstaande nogal onduidelijk in zijn geheel: zoals bij die transmissie, hoe moet ik me dat voorstellen?